16 augustus, 2007

Zeg mij hoe u mij noemt


CNN noemt een aantal van vijfhonderd doden, de BBC houdt het nog op 250 - de eigen verantwoordelijkheid van degenen die de bomaanslagen op Yezidi's in Irak hebben uitgevoerd kan nooit worden verzwakt door het feit dat het land bezet wordt gehouden. Een dode is vreselijk, tien een massamoord, maar al in de honderden wordt het een getal in een statistiek, vijfhonderd, tweehonderdvijftig - het definitieve cijfer wordt een soort einduitslag, het zorgt voor een lichte verdoving ten aanzien van de gruwelijkheid - vijfhonderd of tweehonderdvijftig.

Ik hoef mij niet schuldig te voelen, maar een zeker naar gevoel van eigen verantwoordelijkheid heb ik wel. Toen ik inmiddels tien jaar geleden door Syrië reisde zei degene die ons rondreed: als je het lot van een minderheid in deze streken bekendheid wilt geven, doe het dan over de Yezidi's. Ook wat betreft hun positie in Europa.
Het stond en staat nog op de agenda, tien jaar later. Wat brieven ter ondersteuning van Nuriye Kesbir, de enige van wie ik weet dat zij Yezidi is - maar mijn gevoelens hierover zijn gemengd: ik was uiteraard tegen opsluiting en mogelijke uitlevering van dit prominent PKK-lid, maar de gewapende strijd van de PKK heeft zeker ook niet mijn instemming. Enfin, Yezidi dus.

In de berichtgeving wordt gemakshalve van een sekte gesproken - wat alweer taalgebruik is dat moord lichtelijk vergoelijkt. Aanhangers van een godsdienst vermoord je niet, over een sekte valt te marchanderen.
Het zijn en blijven duistere tijden.

Geen opmerkingen: