31 december, 2006

Boheemse rapsodie


Het jaarlijkse feest van de kleinburger is weer op de radio: de top-2000 aller tijden van wat ze Radio 2 noemen. De eerste vrouwelijke artiest-alleen komt voor op nr. 32. Kate Melua met een nummer dat ik niet ken (en dat wil ik graag zo houden). De eerste "zwarte" plaat staat op nr. 113 - Nederland koffieshopland, nietwaar: Bob Marley and the Wailers No woman no cry. You can say that again.
Omdat u hier helemaal niet op zit te wachten, maar omdat dit toch lekker mijn vrijplaatsje op het net is mijn top-25 retrograde. Het is een momentopname, maar dat is het altijd. Alleen nummers die ik zelf heb mogen meedoen, een hoofduitvoerende mag maar een keer voorkomen.

  • 25. Badge - Cream
  • 24. In the pines - Bill Monroe & the Bluegrass Boys
    (ook: Black girl - Leadbelly/The Four Pennies)
  • 23. Sweet dreams - Roy Buchanan
  • 22. Ever fallen in love? - Buzzcocks
  • 21. All for you - Earl VanDyke Six
  • 20. You can have her - Roy Hamilton
  • 19. Verdes são os campos - Teresa Silva Carvalho
  • 18. Never goin' back - Lovin' Spoonful
  • 17. 'Round midnight - Jimmy McGriff/Julie London
  • 16. Almost prayed - The Weather Prophets
  • 15. Água de beber - Elza Laranjeira/Maysa
  • 14. Seven daffodils - The Mojos
  • 13. Atini naï - Fairouz
  • 12. Follow me - The Drifters
  • 11. Cast your fate to the wind - Vince Guaraldi/Sounds Orchestral
  • 10. She bangs the drums - The Stone Roses
  • 9. Some day we're gonna love again -Barbara Lewis/The Searchers
  • 8. Got love if you want it - Slim Harpo
  • 7. What'cha gonna do 'bout it - Doris Troy
  • 6. Open the door to your heart - Darrell Banks
  • 5. So much in love - The Mighty Avengers
  • 4. Let's work together pt.1&2 - Wilbert Harrison One Man Band
  • 3. Blue yodel #1 - Jimmie Rodgers
  • 2. On the sunny side of the street - Tommy Dorsey Orch. feat. The Sentimentalists
  • 1. I'm on my way home again - The Everly Brothers

    Ik dank u voor uw aandacht...
  • Nieuws uit Kinsjasa


    Eerlijk gezgd heb ik geen aandacht besteed aan de verkiezingen in Kongo-Kinsjasa, nu geheten Democratische Republiek Congo. Het zal wel - alsof de genocidale oorlog in het oosten van deze voormalige Belgische kolonie daarmee voorbij zou zijn.
    Het nieuws dat een voormalige adjunct en medestrijder van Patrice Lumumba tot premier is benoemd wekte vandaag dan wel mijn aandacht. Een portret van Antoine Gizenga heb ik zo snel niet gevonden, maar een portret van de eerste en enige gekozen regeringsleider van dit land leek mij wel zo gepast.
    En wie weet gaat het misschien toch beter in dat geplaagde land?

    30 december, 2006

    Niet als al die anderen


    Via een forum kreeg ik een nummer van de Kinks opgestuurd dat ik tot vandaag alleen als new wave-nummer kende van diverse bands. Het lijkt mij de bevestiging dat de Kinks na de Beatles de tweede echte beatband waren. Huiver en zing zelf mee. Uit het topjaar van de popmuziek, 1966, de b-kant van Sunny afternoon dat ik behoorlijk matig vind.

    I'm not like everybody else

    I won't take all that they hand me down,
    And make out a smile, though I wear a frown,
    And I won't take it all lying down,
    'Cause once I get started I go to town.

    'Cause I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else.

    And I don't want to ball about like everybody else,
    And I don't want to live my life like everybody else,
    And I won't say that I feel fine like everybody else,
    'Cause I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else.

    But darling, you know that I love you true,
    Do anything that you want me to,
    Confess all my sins like you want me to,
    There's one thing that I will say to you,
    I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else.

    I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else
    And I don't want to ball about like everybody else,
    And I don't want to live my life like everybody else,
    And I won't say that I feel fine like everybody else,
    'Cause I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else.

    Like everybody else,
    Like everybody else,
    Like everybody else,
    Like everybody else.

    If you all want me to settle down,
    Slow up and stop all my running 'round,
    Do everything like you want me to,
    There's one thing that I will say to you,
    I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else.

    I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else.
    And I don't want to ball about like everybody else,
    And I don't want to live my life like everybody else,
    And I won't say that I feel fine like everybody else,
    'Cause I'm not like everybody else,
    I'm not like everybody else.

    Like everybody else (like everybody else),
    Like everybody else (like everybody else),
    Like everybody else (like everybody else),
    Like everybody else.

    Low budget Hollywood


    (De foto hoort bij een bomaanslag in Kufa, waar 36 voor de internationale pers naamloze doden bij vielen, 30 december 2006).

    Een lynching, nog even gauw voor het Offerfeest - voor wie dat wil zit er symboliek in, hoe islamitisch zijn de moordenaars van Saddam Hoessein? Niet, vermoedelijk. Wie voor de doodstraf is zou moeten beseffen dat naast Saddam Hoessein George W. Bush en Tony Blair horen te zwaaien. Maar wie voor de doodstraf is zal ook wel een sterk aanhanger van deze heren zijn. En dus tegen de doodstraf voor deze oorlogsmisdadigers. We zijn hier op het terrein van de politieke pathologie. De moordenaars van Saddam Hoessein zijn christen. Misschien wil men zich in het Vaticaan ook zo noemen - de enige regering uit de christelijke wereld van belang die zich uitdrukkelijk tegen de lynching heeft uitgesproken.

    Riverbend weet dat de regering van Iran blij zal zijn (dit is inderdaad al bekendgemaakt). En zij noemt de lynching een low budget Hollywoodvertoning. Symbolisch hebben de VS-kolonialen met Saddam alle Soennieten van Irak vermoord, stelt zij. Het diepere idee is dat als de onvermijdelijke aftocht van de kolonialen plaatsvindt er een zwart gat in permanente burgeroorlog achterblijft. Maar in wiens belang is dit? Zij kan het toch ook niet bedenken.
    Op een zeker abstractieniveau is het een zoveelste teken van het langzaam wegzakken van het wereldwijde kapitalisme. Op allerlei sites van doorgaans redelijk kalme commentatoren heb ik de afgelopen week gelezen dat daar volgend jaar maar eens een einde aan moet komen. Aan het kapitalisme dus. Vanwege het broeikaseffect. Vanwege de oorlogsindustrie. En de resultaten daarvan, in Irak bijvoorbeeld.
    Je moet wel haast nooit socialist zijn geweest om een dergelijk geloof te hebben. Oftewel: ik heb dit geloof niet.

    Santarchie


    Het meisje op de voorgrond van deze Santarchie-foto geeft in haar groen pak de kerstman plotseling bijna een authentieke Arctische identiteit. Ik weet niet zeker of dit een foto van Santarchie in Japan is - hoe dan ook, er zijn geen opvallende uitspattingen van de wereldwijde oplopen van kerstmannen (-vrouwen) te melden, behalve een verplicht overdadig whiskygebruik dat dan weer nergens tot echte ongeregeldheden geleid heeft.
    Ik zal niet verhelen dat ik dat wel een beetje jammer vind. Een vrolijk bericht had er wel bij gemogen in deze sombere dagen.

    Winter?

    Vogeldagboek heeft een fuut die op 27 december op een plas aan het broeden is.
    In mijn eigen tuin staan de hyacinten niet alleen volop in loof boven de grond maar vertonen ze al knoppen. Slechts vier maanden te vroeg. Maar er is niets aan de hand verder, hoor.

    29 december, 2006

    Om vast te oefenen


    Zeker niet geschreven voor oudejaarsavond, Robert Burns' Auld lang syne. De uitspraak [zain] voor het laatste woord klinkt heel interessant maar is onjuist. Het be uit het tweede couplet betekent: kopen, ieder zijn eigen pint stoop...
    De melodie is traditoneel en de herkomst is niet te herleiden.








    AULD LANG SYNE

    Should auld acquaintance be forgot
    And never brought to mind?
    Should auld acquatintance be forgot,
    And auld lang syne!

    REFREIN
    For auld lang syne, my jo,
    For auld lang syne,
    We'll tak a cup o' kindness yet
    For auld syne.

    And surely ye'll be your pint stowp!
    And surely I'll be mine!
    And we'll take a cup o' kindness yet,
    For auld lang syne.

    For auld lang syne, my jo,
    For auld lang syne,
    We'll tak a cup o' kindness yet
    For auld syne.

    We twa hae run about the braes,
    And pou'd the gowans fine;
    But we've wander'd mony a weary fit,
    Sin auld lang syne.

    For auld lang syne, my jo,
    For auld lang syne,
    We'll tak a cup o' kindness yet
    For auld syne.

    We wea hae paidl'd in the burn,
    Frae morning sun till dine;
    But seas between us braid hae roar'd,
    Sin auld lang syne.

    For auld lang syne, my jo,
    For auld lang syne,
    We'll tak a cup o' kindness yet
    For auld syne.

    And there's a hand, my trusty fiere!
    And gie's a hand o' thine!
    And we'll tak a right gude-willie waught,
    For auld lang syne.

    For auld lang syne, my jo,
    For auld lang syne,
    We'll tak a cup o' kindness yet
    For auld syne.

    De kleurgevoelige opsluitindustrie


    Incarceration Nation, de Tralienatie, oftewel: de Verenigde Staten van Amerika, waar het er naar uitziet dat een op de drie zwarten en een op de zes Spaanstaligen eens in hun leven achter de tralies komt te zitten. Het verhaal begint met Weldon Angelos, die marihuana verhandelde en tegelijk overeenkomstig zijn grondwettelijk recht een wapen in bezit had. Vijfenvijftig jaar gevangenisstraf, omdat hij weigerde op de corrupte regeling van een plea bargain in te gaan. Begin deze maand bevestigde het federale Hooggerechtshof deze straf, die een van de rechters zelf volstrekt buitenproportioneel en irrationeel genoemd heeft.
    De cijfers verbonden aan het voortdurende feest voor racisten dat de VS-opsluitindustrie is doen denken aan wat Jimmy Carter vermeldt over de door Israel bezet gehouden gebieden. Een op de vijf Palestijnen heeft wel eens in de Israelische gevangenis gezeten.
    "Toon mij uw gevangenissen, en ik zal u zeggen hoe democratisch uw land is" schrijft Jan de Cock in Hotel Prison, waar ik zeker op terugkom.

    28 december, 2006

    Vuile oorlog is nog een mooi woord


    Minister Kamp, wiens trouw eer heet, laat het niet toe dat de wederopbpouwactiviteiten van het Nederlandse leger in Afghanistan deelname aan een vuile oorlog worden genoemd.
    Een korte tocht over het net levert genoeg op, maar Kamp vertrouwt er waarschijnlijk op dat zijn achterban alleen naar pretprogramma's op RTL Zoveel kijkt.
    Onthullend hoe de Britse invasietroepen terugkijken op het schon da gewesen zijn. Nu gaan ze het beter doen. Denken ze.
    Hoe lang duurt het voordat dit Imperium ineenstort, zoals de Sowjet-Unie?

    Christenen in opmars!


    Geen kerstfeest kan de opmars van de christenen stuiten. In Somalië gaat het christelijke Ethiopische leger namens Washington islamisten te lijf tot in hun hoofdstad. CNN wist te melden dat Somalië en Ethiopië al eerder oorlog hebben gevoerd om "a tiny strip of desert called Ogaden." Het visitekaartje van de Verenigde Staten, dat station.
    In Bulgarije wonen al eeuwen inheemse moslims. Soms dragen de vrouwen er hoofddoeken. Wacht maar tot het land toetreedt tot de Europese Unie, dan zou dat wel eens afgelopen kunnen zijn.
    Merk ook op hoe in het laatstgelinkte stuk Nederland ter sprake komt als eens tolerant land waar bij de laatste verkiezingen een xenofobe partij negen zetels heeft gewonnen. En dan de samenstelling van de islamitische bevolking: "Besides ethnic Turks, Bulgarian Muslims also include 300,000 Roma Gypsies and Pomaks -- Europeans who converted to Islam under the Ottomans." Eens even kijken: je hebt Turken, je hebt Roma (zeg maar enkel: zigeuners, dat is een verhelderender aanduiding gezien het vervolg) en Pomaken: bekeerde Europeanen. Turken en zigeuners zijn nu eenmaal geen Europeanen, begrijpt u? Er was een tijd waarin het gangbare racisme toch zwaarder verpakt werd. Maar inderdaad, de beer van de christenen is geheel los, ook in de Europese Unie.
    (Dat Griekenland, Roemenië, Estland, Letland, Litouwen en ook Polen al eeuwen zogeheten autochtone moslims binnen hun grenzen hebben is in Europees verband de moeite van het noemen niet waard, blijkbaar).

    26 december, 2006

    Proeve van een manifest aangaande het christen-anarchisme

    Het tijdschrift van het Amsterdamse Catholic Workerhuis oftewel het Jeannette Noelhuis vermeldde het in druk. Had ik het echt gezegd? “Er is geen toekomst voor het christendom zonder het anarchisme, en omgekeerd”? Het was de conclusie van een voordracht over het christen-anarchisme, zoals de Catholic Worker dit met roomse kleur vormgeeft. Op papier zal het er zo uitgekomen zijn – mondeling ben ik nooit zo stellig. Maar als deze tijd vraagt om christen-anarchisme: welaan dan!


    Voor het volgende moet ik van tevoren vaststellen dat ik een onderscheid maakt tussen religie, geloof en godsdienst. Het Nederlands geeft mij deze vrijheid. Religie is, naar de oorspronkelijke Latijnse etymologie, het – eventueel in schrik of verwarring – terugwijken voor het onverklaarbare, in dit verband het best “het numineuze” te noemen. Geloof is het vertrouwen in het numineuze – het onzienlijke is tenslotte niet schrikwekkend (Hebr. 11:1 drukt dit voor het christelijk geloof goed uit). Godsdienst is de georganiseerde vorm van geloof of religie. Volgens deze omschrijving is het al bijna vanzelfsprekend dat alleen een leiderloze, niet-autoritaire organisatievorm enige toekomst belooft aan in ieder geval het christendom. De christelijke geloofsbelijdenis deelt iedere gelovige in bij de ene, algemene Kerk – de gemeenschap van belijdenden. Synodes, bisschoppen, pausen en patriarchen worden hierin niet genoemd. Zij kunnen desnoods verdragen worden door de gemeenschap der gelovigen, maar onder voorbehoud. “Mogen de goede kanten van onze bisschoppen ons ten goede zijn, mogen de slechte kanten ons niet ten kwade strekken” hoorde ik ooit een roomse priester voorbidden. Een mooier pleidooi voor een niet-autoritaire Kerk kan ik niet bedenken.
    Atheïsten weten altijd uitstekend wat goed is voor anderen en zullen op dit punt al God Zelf in stelling brengen. Die is almachtig, en daar zijn wij tegen. Als Hij bestond moest Hij afgeschaft worden. Het probleem in dit geval is, dat als Hij (gemakshalve houd ik even dit persoonlijk voornaamwoord aan) almachtig is er niets af te schaffen valt. Er valt dan evenwel ook niets te onderwerpen of te gehoorzamen – een almachtige kan eenvoudigweg niet niet-gehoorzaamd worden. Iedere speculatie over, iedere toevoeging van een eigenschap of adjectief aan het per definitie onkenbare schiet tekort. Een begrepen God is geen god, zegt de mysticus Gerhard Tersteegen. In de praktijk gaat het de menselijke vermogens te boven om op deze manier over het onzegbare, het numineuze, het niet-praten te beoefenen. Dit onvermogen mag echter nooit uit het oog verloren worden.

    De centrale persoon in het christendom is Jezus van Nazareth, meestal Christus genoemd. Het is niet eens zeker of deze persoon daadwerkelijk bestaan heeft. Het is zeker dat niet alles wat over hem geschreven is naar een historische gebeurtenis verwijst. Christus wordt alleen gekend aan de hand van een verzameling geschriften die het Nieuwe Testament wordt genoemd. Er kunnen geldige andere verhalen zijn, maar over dit Nieuwe Testament zijn christenen het in ieder geval eens. De verhalen over Christus getuigen van een bijzondere band van de beschrevene met de onbegrijpelijke ene God, die Jezus hemelse Vader noemt. De God van Jezus komt min of meer overeen met de collectieve identiteit van de mens, zoals Fons Elders God ooit omschreven heeft. De onderwijzingen, vermaningen en voorschriften die Jezus over zijn hemelse Vader geeft brengt de onbegrijpelijke immanente transcendentie naar de dagelijkse menselijke werkelijkheid. Het koninkrijk Gods dat Jezus schetst zou wel zeer sterk vereenvoudigd als het overheersen van een algemeen goed geweten kunnen worden aangeduid: een volkomen afwijzing van geweld, list, bedrog en hebzucht. Ook al noemt Jezus het een lichte last hem te volgen – dit is wel degelijk een zware opdracht. Volgens het zelfde goede geweten zou zo goed als niemand zich christen kunnen noemen. Het trachten te leven volgens de door hem gegeven richtlijnen is al heel wat – en deze richtlijnen zijn nog wel eens tegenstrijdig. Dit laatste maakt een autoritair opgelegde interpretatie bij voorbaat onmogelijk en onwenselijk – het is inherent aan het volgen van Christus dat alleen een streven kan zijn.

    Een van de fraaie paradoxen van het volgen van Christus is dat dit geen aanspraak op superioriteit kan maken. Het einde van Christus’ leven – hij is als onschuldige ter dood gebracht door de machthebbers van zijn tijd en plaats – sluit tegelijkertijd zijn grootheid en zijn nederigheid in: er kan geen cartoon bedacht worden die beledigend genoeg is voor iemand die zo behandeld is. Wie denkt dat het niet zo is ziet zichzelf vooral beledigd in zijn of haar navolging van Christus en waant zich dus superieur aan de naamgever van het christendom. Vanuit de algemeen beleden christelijke godsdienst bega ik hier de onoverkomelijke fout de verlossing van de zonde van de gehele mensheid door het lijden van de schuldeloze Christus buiten beschouwing te laten. Ik doe dit in het blijmoedige besef dat zeer weinig zich christenen noemenden dit ook daadwerkelijk geloven – als zij dit deden zou er immers geen godsdienst nodig zijn. Ik doe dit in navolging van de Franse denker Jacques Ellul, die op deze grond het christendom (christianisme – Christus verworden tot een -isme) afwijst.

    Het anarchisme – hierover mag geen misverstand bestaan – is niet los te zien van de zich ontwikkelende staat. Het afwijzen van de wereldlijke macht door Christus – en derhalve door degenen die hem navolgen – betekent nog niet per se dat zij anarchisten waren of zijn. Dit zou anachronistisch zijn. Noch de staat, noch de kapitaalsverhouding waren ontwikkeld tot de totale verhoudingen die zij nu vormen. Ten hoogste kan gezegd worden: Christus navolgen in deze tijd kan alleen als men anarchist is. Geldt het omgekeerde?
    Men ziet het wel in de bloemlezende of opsommende historische overzichten – anarchistische gedachten bij klassieke of voorklassieke Griekse denkers, in het taoisme, het boeddhisme, in het christendom. Anarchisme valt te omschrijven als het streven naar anarchie in positieve zin, oftewel: naar de grootst mogelijke orde onder de minst mogelijke macht. Dit betekent nu: het overwinnen van de totale verhoudingen gevormd door staat en kapitaal. Hiervoor is nogal wat geloof nodig. In de eerste plaats in de wenselijkheid van het streven. Vrijwel niemand zal zeggen dat hij of zij geen vrijheid wil – maar liever altijd nog wat meer dan de ander, als het er op aankomt. Dat de mens goed is en de ander niet wil onderdrukken is wel degelijk een geloof, een mooi geloof dat het waard is na te streven. Ook het anarchistisch streven wordt met een zware paradox geconfronteerd: kan men mensen dwingen tot vrijheid? Deze paradox zou overwonnen kunnen worden door inderdaad Christus na te volgen. Dit is geen oproep tot bekering – godverhoede – maar een aanwijzing naar de mogelijkheid de paradox op te lossen. Wie niet vernederd kan worden kan ook anderen niet vernederen; wie niet wil dwingen kan niet gedwongen worden. Het koninkrijk Gods is het rijk van de vrijheid. En daarbij komt dat niemand gedwongen kan worden om in (een of meer) god(en) te geloven. Ook het tegendeel geldt – iets wat verklaarde atheïsten nog wel eens over het hoofd zien.

    Het christendom is niet mislukt, het is eenvoudigweg nooit geprobeerd, zegt Chesterton. Anders: deze gedachten zijn zo oud dat zij nieuw lijken (Peter Maurin). Hiermee zijn al twee namen van denkers die van belang zijn voor het christen-anarchisme genoemd. Wie zijn verder van belang, buiten het eerder genoemde Nieuwe Testament – dat niet zomaar los te denken is van de Joodse bijbel, in dit verband het Oude Testament genoemd? (Maar hoed u voor de valkuil van de idee dat u alles “van kaft tot kaft” maar te slikken hebt, zoals fundamentalisten en atheïsten u menen te moeten voorschrijven – dan kunt u al halverwege het eerste hoofdstuk van het eerste boek de bijbel wegleggen). Het aardige is dat u de in het algemeen atheïstische kerkvaders en –moeders van het anarchisme er gewoon bij blijft houden. U krijgt er iets bij, er gaat niet per se iets af (u gelooft hen toch ook niet “van kaft tot kaft”, wel?). U betreedt rijk en groot terrein. En ook hier zijn de kerkvaders en –moeders nooit meer autoriteit dan u wilt.
    Er zijn degenen die in het algemeen door (bijna alle) christelijke denominaties kerkvaders of –moeders geacht worden. Velen hebben de machten van hun tijd afgewezen en hier behartenswaardige dingen over gezegd. Dan is er de bonte stoet van dwarsdenkers en –doensters die als de rode draad door de geschiedenis van het christendom loopt, de “stiefkinderen van het christendom” zoals de theoloog Lindeboom hen redelijk liefdevol noemt. “Ketters”, als u niet begrijpt over wie ik het heb.
    Pas met het opkomen van de moderne staat kunnen wij waarachtig van christen-anarchisten spreken: te beginnen met de Engelse Levellers en vooral de Diggers, van wie Gerrard Winstanley de bekendste is. Proef de poëzie van William Blake. Onderga de tuchtigingen van Sören Kierkegaard die de schijnheiligheid van de zich christen noemenden van zijn tijd te lijf gaat. Laat u oproepen tot ongehoorzaamheid aan de staat door Adin Ballou, door de transcendentalisten Emerson en Thoreau. Word buitensporig met Leo Tolstoj of verdiep u in het donkere noodlot met Fjodor Dostojewski. Maak kennis met die rare dominees Bähler of Kylstra, met Lod. van Mierop, Felix Ortt of Kees Boeke – in het eigen land dat u niet erkent maar waarvan het wel handig is dat het dichtbij is (een rijke traditie waarover ik nu niet ga uitweiden). Lees de Romeinenbrief met de jonge Karl Barth. Vereenzelvig u met de dieren in het gezelschap van Albert Schweitzer. Verdiep u in de ethiek van Bonhoeffer. Richt uw blik op Rome aan de hand van Dorothy Day, Peter Maurin, Chesterton zelfs, de Berrigans, Hennacy en anderen. Lijd mee met Simone Weil. Verneem de snijdende maatschappijkritiek, die u lang niet altijd aangenaam zal overkomen, van Jacques Ellul. Stort u in de theologie met Vernard Eller. Houd het klein met Schumacher. Word klein met David Andrews.
    Verbaas u er over dat er anarchisten zijn die geen last hebben van een anthropomorfe opperbaas – die wordt vooral in leven gehouden door tekenaars en atheïsten - en die toch gelovig, misschien zelfs godsdienstig zijn. De overgrote meerderheid van de mensheid is religieus, gelovig of godsdienstig. En het christendom is de grootste godsdienst op deze wereld. Wat zou de wereld mooi zijn als deze christenen inderdaad volgers van Christus zoals boven aangeduid zouden worden. Als er geen toekomst voor het christendom is zonder anarchisme dan is – alleen al op numerieke gronden - tenslotte het omgekeerde ook het geval. Hetgeen gesteld diende te worden.

    24 december, 2006

    De zachte krachten...


    ... het leven overwint over het geld, zeker en vast.
    Vredige dagen gewenst.

    De weg van alle kolonies?

    In de zomer van 2000 hield ik, voorgelezen van een heus papier, een inleiding over (de geschiedenis van) het christen-anarchisme in een huis dat een sterk voorbeeld was van christen-anarchisme op dat ogenblik. De voordracht staat al sinds jaar en dag hier.
    Het was voor een klein publiek, de voordracht was officieel openbaar, maar in feite bedoeld als rondetafelzitting for clarification of thought van de direct betrokkenen in het Jeannette Noelhuis, waar de mensen alleen al om praktische redenen niet aan theorie toe kwamen. Voor de meeste aanwezigen was het naar ik de indruk had een blik op een groter geheel in tijd en plaats.
    Omstreeks halverwege mijn voordracht of later kwam er iemand binnen die al snel onderuithangend met verongelijkte blikken aanhoorde wat gezegd werd. De halfliggende jongeman wist zeker dat het echt niet kon: christen-anarchisme. Ik meende uitgelegd te hebben dat het juist geen paradox was, maar daar was hij niet bijgeweest en dat hoefde - drukte zijn houding uit - ook helemaal niet, want hij wist het toch wel. Christendom, dat was, begreep ik uit zijn houding, Zijne Heiligheid De Paus en eventueel bisschop Gijsen. En anarchisme was politiek. Zo zat dat.
    De opmerkingen en houding van deze aanwezige maakten dat ik met gemengde gevoelens vertrok die late avond. Het had goed kunnen zijn als deze slungelachtige jongeman in ieder geval een andere houding had aangenomen.

    Tot mijn verbazing vernam ik later dat de desbetreffende persoon zijn intrek zou nemen in het Jeannette Noelhuis als inwonende vrijwilliger. Een van de redenen waarom dit niet alleen mij verbaasde was die afwijzing a priori van het christen-anarchisme, dat toch de expliciete leidraad was van het Catholic Workerhuis dat naar Jeannette Noel - distributrice van het blad van de Catholic Worker - genoemd was. Het huis maakte sindsdien een breuk door met het stichtingsbestuur dat geacht werd toezicht te houden. De stichting werd overgenomen door de inwonenden. Dat waren inmiddels alleen nog medoprichter Frits ter Kuile en Wibo Mes, degene die boven beschreven is. "Volgens mij ben jij niet eens een christen," voegde hij mij een keer ongevraagd toe. Wat kon en kan ik er over zeggen? Balkenende, Bush en Blair zijn christenen, inderdaad - en daar wil ik niet mee vereenzelvigd worden. Dus, Wibo, je hebt gelijk.

    Blijkens het laatste nummer van het blad van het Jeannette Noelhuis wordt de beginselverklaring van christen-anarchistische strekking die bij het huis hoort herschreven. Wibo Mes vindt dat wie een paspoort krijgt niet God maar de Nederlandse staat dankbaar moet zijn. Hij vindt ook dat het grote wereldprobleem overbevolking is. En grensgevangenissen zijn al met al zo gek nog niet. Opmerkelijke standpunten als je - je christen-anarchist noemende of niet - een huis draaiende houdt waar mensen gehuisvest worden die door de Nederlandse staat illegaal zijn verklaard. Eerlijk gezegd wil ik mij niet eens verder verdiepen in hoe de betrokkene de al dan niet nieuw verworven inzichten met deze bezigheid in overeenstemming brengt. Mijn specialisme is Ideengeschichte, en ik heb niet de indruk dat het hier om een idee met een verleden of een toekomst gaat.

    Na de overval van dronken brandstichtende dorpelingen op de christen-anarchistische kolonie van de Internationale Broederschap in Blaricum waren er kolonisten die het wenselijk achtten zich te bewapenen tegen een eventuele nieuwe overval. Een al even originele gedachte die leidde tot het vertrek van de initiatiefnemers, die wilden leven in navolging van Christus - en dus de andere wang wilden toekeren. De kolonie had ruim drie jaar bestaan. Het Jeannette Noelhuis heeft zijn derde lustrum ruimschoots volgemaakt. Hoe het ook verder gaat, het is knap lang als je het tegenover vergelijkbare ondernemingen stelt. Moge het zijn functie blijven vervullen, ook nu het niet langer christen-anarchistisch is. En verder: verlies niet de hoop, niets is blijvend, zegt het Biafraanse spreekwoord.

    Het einde nadert...

    Overgenomen van christianarchy.org, waar de tekst spoedig verwijderd zal worden.

    Het Jeannette Noël Huis

    Het Jeannette Noelhuis is een gemeenschap in de Bijlmermeer. Onze levensstijl is gebaseerd op eenvoud, gastvrijheid, gebed en directe actie voor een betere samenleving, Gods rijk op aarde. Onze levensstijl en visie op geloof en maatschappij zijn geï�nspireerd door de Catholic Worker beweging, een van oorprong Amerikaanse beweging van radicale christenen.

    In het Noë�lhuis leven enkele Nederlanders samen met ruim een dozijn geï�llegaliseerde medelanders. De evangelietekst van Mattheü�s, Al wat gij gedaan hebt voor een der geringsten van mijn broeders en zusters hebt gij ook voor Mij gedaan, spoort ons aan om open te staan voor de nood van anderen. We (proberen te!) delen wat we hebben met anderen die minder hebben, aangezien bezit alleen gerechtvaardigd kan worden als het ten dienste staat van het algemeen welzijn (Thomas van Aquino). We vragen geen salaris voor wat we doen. We zijn pacifistisch: Heb je vijanden lief is voor ons de beste manier om conflicten aan te pakken. We zijn anarchistisch: we zien het als een taak van eenieder om persoonlijke verantwoordelijkheid te nemen wanneer onrecht geschiedt, zowel door persoonlijke hulp aan de slachtoffers, als door actie te voeren tegen structureel onrecht. Vanuit dit personalisme kiezen we er ook voor om geen aanspraak te maken op overheidsgeld.

    We kiezen er voor om klein te blijven. Normaal gesproken leven we met zo'n zeventien mensen, een grote, bij tijd en wijle chaotische, maar meestal liefdevolle familie. Hier te wonen kost veel energie, maar is meestal ook boeiend en gezellig. We worden er door gevoed.

    We pleiten er voor de in christelijke en andere culturen aloude traditie van gastvrijheid in ere te herstellen, zodat er meer plekken ontstaan waar mensen met problemen hulp en menselijke warmte kunnen vinden. Door in vriendschap en broeder-/zusterschap samen te leven met mensen uit verschillende culturen en uit verschillende religies, hopen we een teken te stellen van de mogelijkheden die de mensheid heeft om zonder geweld, in vrede en gerechtigheid te leven.

    Een partij met een Januskop

    Een coalitie van de Partij van de Arbeid met de ChristenUnie? Het is het eindpunt van de stroming die tenslotte als volbloed contrarevolutionaire onderneming is opgericht in 1894 door Troelstra en de anderen die gezamenlijk de twaalf apostelen werden genoemd. Contrarevolutionair, omdat deze mensen zeiden het streven (welk streven ook alweer?) met parlementaire middelen te willen navolgen, in tegenstelling tot radicale socialisten en anarchisten - die in 1894 nog niet uit elkaar te houden waren in Nederland.
    Een eindpunt, misschien ook voor het fusieproduct van RPF en GPV dat het bij de afgelopen verkiezingen zo goed deed: net iets groter dan de twee losse partijen indertijd - met toeloop van mensen die niet bij de evangelicalen of de onderhoudenden artikel 31 behoren - die wellicht niet eens weten waar je het over hebt als je deze stroompjes noemt.
    Maar het zal al snel moeten blijken. Is de ChristenUnie een haven voor mensen die interesse tonen voor het christen-anarchisme, zoals ik heb mogen ondervinden aan de hand van het dicht bij partij en stroming staande Nederlands Dagblad? Of is het de partij die George W. Bush een baken voor alle christenen vindt, zoals ook gezien in deze krant? Een partij voor naastenliefde met bijvoorbeeld een keurig vreemdelingenstandpunt, of een club die homoseksuelen van rechten wil beroven? Een club met een Januskop, waarvoor het uur van de waarheid snel nadert. De PvdA (en misschien ook de Partij voor de Dieren van de hagelslagcoalitie) denkt met de partij van het generaal pardon, van de sociale voorzieningen en een groen programma te doen te hebben. De evangelicalen, over wie ik geschreven heb op een wijze waar ik nu van schrik (maar die mij toch juist voorkomt) kunnen nog wel eens voor onaaangename verrassingen gaan zorgen.

    23 december, 2006

    Syrisch-orthodoxe kerk, Baghdad, 2003


    De aartsbisschop van Canterbury spreekt zich er over uit dat de Anglo-Amerikaanse agressie in het Midden-Oosten de christenen in deze streken ernstig in gevaar brengt. De Anglicaanse kerk heeft zich - evenals de kerk van Rome trouwens van begin af aan tegen dit imperialistisch avontuur uitgesproken. De zo graag in het openbaar biddende heren Blair en Bush zal het een zorg wezen.
    (Foto: Linda Panetta.)

    22 december, 2006

    De kortste dag is voorbij


    In verscheidene geveltuintjes in de Amsterdamse Jordaan schieten de krokussen de grond uit. De vlierstruik die op de een of andere manier wortel heeft geschoten op het balkon krijgt nieuw blad. Misschien heeft het vorige week een nachtje een beetje gevroren, dat is met het zachte weer kennelijk voldoende om voor allerlei planten de lente aan te kondigen.
    Maar er is niets aan de hand verder, hoor.

    Een gezellige familiegedachte voor bij de kerstboom

    HET HUWELIJK - Willem Elsschot

    Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
    in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
    haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
    toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

    Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
    en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
    hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
    en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

    Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
    het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
    Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
    en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

    Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
    Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
    en rennen door het vuur en door het water plassen
    tot bij een ander lief in enig ander land.

    Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
    staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
    en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
    en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

    Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
    en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
    bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
    een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

    Voortanden


    Het verschrikkelijke radiostation adverteert met grote affiches: Your Christmas Station. Goede reclame voor Nederland, hoor. En, laten we wel wezen, in de taal van bisnus is het wat moeilijker verband te leggen met de geboorte van Jezus van Nazareth, nietwaar? (Toen Deze geboren werd bestond de Engelse taal immers nog lang niet).
    All I want for Christmas is... staat er bijvoorbeeld op het affiche. Daar weet ik het antwoord op! My two front teeth!. Toch leuk dat zo'n dom vervelend station zo'n klassieker van meer dan vijftig jaar geleden noemt.
    Ik had beter moeten weten. Het gaat om iets van Mariah Carey (ik zal toegeven: een feest voor het oog, maar ze blijft een plaag voor het oor). En ze vraagt niet om haar voortanden.

    De hooitram

    En dan is er plotseling sprake van het laten rijden van vrachttrams in Amsterdam, op het bestaande net. Wonderlijk idee. En ongetwijfeld zullen deze vrachttrams de passagierstrams voor de wielen gaan rijden.
    Het idee is niet nieuw: dit is waarschijnlijk de beroemdste foto van een vrachttram in Waterland 1956. Het gras voor het hooi kwam van de berm van de trambaan.

    19 december, 2006

    De wapenstilstand voor Kerstavond

    Non, non, rien n'a changé (Les Poppys)

    C'est l'histoire d'une trêve que j'avais demandée
    C'est l'histoire d'un soleil que j'avais espéré
    C'est l'histoire d'un amour que je croyais vivant
    C'est l'histoire d'un beau jour que moi petit enfant

    Je voulais très heureux pour toute la planète
    Je voulais j'espérais que la paix règne en maître
    En ce soir de Noël mais tout a continué
    Mais tout a continué, mais tout a continué

    Non, non, rien n'a changé
    Tout, tout a continué
    Non, non, rien n'a changé
    Tout, tout a continué
    Hey hey, hey hey

    Et pourtant bien de gens ont chanté avec nous
    Et pourtant bien des gens se sont mis sur genoux
    Pour prier, pour prier
    Mais j'ai vu tous les jours à la télévision
    Même le soir de Noël des fusils des canons
    J'ai pleuré, j'ai pleuré
    Qui pourra m'expliquer que tout a continué

    Non, non, rien n'a changé
    Tout, tout a continué
    Non, non, rien n'a changé
    Tout, tout a continué
    Hey hey, hey hey

    Moi je pense à l'enfant entouré de soldats
    Moi je pense à l'enfant qui demande pourquoi
    Tout le temps, tout le temps
    Moi je pense à tout ça mais je ne devrais pas
    Toutes est ces choses là ne me regarde pas
    Et pourtant, et pourtant
    Je chante, je chante

    Varia allochtonica

    Dat was handenwrijven... Een Europese subsidie om allochtone vrouwen Nederlands te leren...
    Uitbesteed aan de reïntegratiesector. Dus met de besteding van dat geld zit het wel snor.
    En dan dat gezicht van Mark Rutte bij de pseudo-kabinetscrisis. "Dan komen hier mensen naar toe die naar economische verbetering streven. Dat kan natuurlijk niet." Voorzover liberalisme bij zijn club iets betekent is het alleen geldig voor mensen met wat men noemt een witte huid - heel misschien voor houders van het juiste paspoort.

    Anarchist?

    Bij het overlijden van Robert Long (hij was lang van stuk, vandaar de artiestennaam - zucht) werd de man plotseling anarcho-liberaal genoemd. Een etiket waarmee wel erg gemakkelijk wordt geslingerd. Maar de tekst van dit nummer staat mij bij als zijnde toch wel behoorlijk opstandig. Het tussen haakjes geplaatste koor is op de wijze van Kom Karlieneke (als ik het wel heb een zeer vrije vertaling van When the red red robin comes bob bob bobbin' along, van Al Jolson of Bing Crosby), in de dagen van dit nummer van Long bekend als zenuwenlijdersliedje van margarinereclame (in de arreslee enzo).

    Toe maar jongens de beuk erin

    Toe maar jongens de beuk erin
    Ja vooruit maar lui zet hem op
    Gif en rotzooi in de zee
    De oceaan een grote plee
    De vis die gaat maar zo niet dood
    De zee is zo ontzettend groot
    Dit gaat het snelst en tijd is geld
    iets anders wordt te duur
    Wij zijn de baas in de natuur
    (Raldaldee in de Waddenzee ga je mee)

    Toe maar jongens de beuk erin
    Ja vooruit maar lui zet hem op
    De laatste bomen gaan eraan
    Als deel van een bestemmingsplan
    Een stankgolf hier een roetwolk daar
    De industrie moet voort nietwaar
    Gezondheid welzijn enzovoort: dat is allang verstoord
    Straks stikt iedereen de moord
    (Raldeldel en ik lust hem wel tante Nel)

    Toe maar jongens de beuk erin
    Ja vooruit maar lui zet hem op
    Maak je medemens maar af
    Een megatonnen massagraf
    In Ulster of in Mozambique
    Gereformeerd of katholiek
    Koeieneer en martel maar ja knuppel ze maar neer
    Liefst in naam van de Lieve Heer
    (Raldalda in Amerika ga maar na)

    Toe maar jongens de beuk erin
    Ja vooruit maar lui zet hem op
    Blijf maar trouw aan elk gezag
    Dat niets presteert maar alles mag
    En heb maar niet te veel kritiek
    Op heel die ouwe-lullenkliek
    Vol oorlogszucht en machtsmisbruik kwaadaardig en gemeen
    En met schijt aan iedereen
    (Raldaldal van je kauwgombal in het dal)

    Toe maar jongens de beuk erin
    Ja vooruit maar lui zet hem op
    Blameer de communisten maar
    Of geef de schuld maar aan elkaar
    Of doe de boel maar af met God
    Ook als de hele troep verrot
    En steek je kop maar in het zand dat is het beste want
    Het loopt al aardig uit de hand
    (Vuilnisbak van je kouwe kak in de slee
    Weet je wat ze zee: dikke tante Kee
    En er komme d'r nog twee en mot je nog een C
    Of een koppie thee, olee)

    18 december, 2006

    De eerste uitgeroeide walvisachtige


    Er zijn van de Chinese vlagdolfijn, Lipotes vexillifer, nog vijf exemplaren in gevangenschap. Te weinig om mee te kweken (het is ook nog familie). Een expeditie die maandenlang de Yangzi heeft afgespeurd heeft geen enkele dolfijn meer in het wild aangetroffen. De dolfijn is derhalve verleden week officieel uitgestorven verklaard. De eerste walvisachtige die in historische tijden van de aardbodem verdwenen is.
    Wikipedia over de vlagdolfijn.

    Herdersmatje? Dat nooit...

    Wat staat er nu eigenlijk niet op Wikipedia? Het kappers- of bakkersmatje, waarvan ik even vergeten ben hoe het verloopt tot ik er intuin. Misschien.
    Twee weekeinden geleden was er het 2.Dh5-festival in Utrecht ter ontwikkeling van het anarchisme. De naam van het festival heette te verwijzen naar "een ongebruikelijke zet in het schaakspel." Lijkt mij wel: een zo snelle ontwikkeling van de koningin doet onverwacht amateuristisch aan.
    Het blijkt wel een probaat midgel ter voorkoming van herdersmatjes te zijn, dicit Wikipedia.
    Maar het kan ook een zet leidende tot een herdersmatje zijn, staat hier.

    HERDERSMAT - Hoe het kan ontstaan (5)

    1. e4 e5 2. Dh5 Lc5 3. Lc4 Pf6?

    4. Dxf7#

    Zwart is er ingetrapt!

    - Wel een wat ingewikkelde naam voor zo'n festival, mensen...

    17 december, 2006

    Felix Ortt op de snijtafel

    Het begrip fin-de-siècle heeft vooral betekenis op het gebied van de kunstgeschiedenis in brede zin. Het breukvlak van de negentiende en de twintigste eeuw op politiek en sociaal gebied valt eerder of later, in de geïndustrialiseerde wereld. Het is inmiddels wel conventie de "echte" twintigste eeuw in de nazomer van 1914 te laten beginnen. Als je dit beseft krijgt het postume magnum opus van Jan Romein, Op het breukvlak van twee eeuwen, iets curieus. Mogelijk projecteert de schrijver de door hem tot zijn einde toe verwachte overwinning van het communisme op de toekomstverwachtingen van socialisten van die eeuwwisseling.

    Romein is fascinerend als, zoals hij het zelf genoemd heeft, theoreticus van de geschiedenis. Hij is zeer vatbaar voor kritiek in die hoedanigheid, maar ik erken mijn schatplichtigheid aan de man die ik zou kritiseren. Indrukwekkende dikke boekwerken heeft hij als historiograaf geproduceerd, zeker, maar nooit gebaseerd op zelf snuffelen in de bronnen. En Op het breukvlak kan ik echt niet anders dan als een groot uitgevallen pamflet zien, een brevet van onvermogen zijn "integrale geschiedschrijving" op iets nieuws te laten lijken. Kon ik het daar maar bij laten. Maar als goed bolsjewiek weet hij de anarchisten van die tijd als valse profeten te ontmaskeren. Daarbij wringt hij zich in de wonderlijkste semantische bochten, en hij schuwt ook regelrechte scheldwoorden niet. Heerlijk evengoed, zoveel aandacht. Maar in zijn vertoog tegen de christen-anarchisten, door hem natuurlijk consequent-denigrerend "tolstojanen" genoemd, glijdt hij uit op een manier waarop zijn hele betoog krachteloos wordt. Hij blijkt niet eens in staat de naam van een van die schurken goed weer te geven, wat voldoende illustreert hoe goed hij hem bestudeerd heeft. Twee keer wordt Lod. van Mierop genoemd. Als Van Nierop, ook in het register - volgende zaak, zou ik zeggen...

    Als je in een dissertatie, uitgegeven in 2000, waarin het christen-anarchisme van honderd jaar eerder ruimschoots aan bod komt, Romeins Breukvlak serieus citeert moet je daarvoor een goede reden hebben. De ene is dat je inderdaad een breuk constateert met betrekking tot de rol van vrouwen. De andere is de discussie rond de "petites religions" van die tijd. Maar dat Romein op dit onderwerp zijn feitelijke onbevoegdheid heeft getoond is de jonge doctor ontgaan. En het is niet het enige dat haar ontgaan is, helaas. Ik heb het over Amanda Kluveld-Reijerse, die gepromoveerd is op de Nederlandse beweging tegen de vivisectie in het tijdvak 1890-1940.

    Het zou aardig zijn geweest als de promovenda op de een of andere wijze, in ieder geval in de handelseditie, haar eventuele betrokkenheid bij het onderwerp had laten blijken. Het motto is ontleend aan Henry Rollins, dus dat belooft iets - hedendaags anarchist, diervriendelijk, tegen bedwelmende middelen in de ruimste zin, kortom bijna "een geestverwant" van de beschrevenen - maar nee, daar blijft het bij. De schrijfster laat niet blijken iets te weten van het anarchisme, van het modernisme in de Nederlandse Hervormde Kerk, en dus ook niet van die wonderlijke synthese van het Nederlandse christen-anarchisme. Ook de Tolstoj-connectie is vrijwel aan haar aandacht ontsnapt. Dit doet wel afbreuk aan het te prijzen consequent gebruik van de term christen-anarchisme". De schrijfster stelt terecht vast dat ze zo goed als onbetreden terrein verkent. Toch kan ik een aardige lijst namen noemen van mensen die de afgelopen jaren de contouren van dit gebied of aanpalende gewesten hebben verkend; op mijzelf na - daar moet ik nog op terugkomen - worden ze niet genoemd in de bibliografie.

    Je zou denken dat die deur al open is, als je zegt dat het afwijzen van vivisectie gebaseerd is op de erkenning van de intrinsieke waarde van de Ander, die het dier nu eenmaal is. Als je zelf dat engagement niet hebt, althans niet wilt expliciteren, zul je het toch bij de beschrevenen moeten constateren. Maar Kluveld zet meteen de stap, dat het "eigenlijk" gaat om een vertoog over vrouwelijkheid. Vivisectors vinden dat anti-vivisectionisme maar vrouwenpraat, en kerels die daarmee sympathiseren zijn verwijfd. Hierna vervolgens te concluderen dat ook voor de anti-vivisectionisten het snijden in levende dieren eigenlijk" op het schenden van onschuldige vrouwen neerkomt is een gewaagde gevolgtrekking uit het betoog van die contemporaine tegenstanders. Zijn er aanwijzingen voor? Het is maar hoe je citeert, maar wonderlijk genoeg wordt het intrappen van die deur aan het begin van deze alinea gemakshalve geheel overgeslagen: het gaat niet om dieren! Dat lijkt mij toch sterk, vooral omdat er toch ook een vrouwenbeweging was in die tijd, waarmee trouwens de mannelijke christen-anarchisten volledig sympathiseerden. Waarom een wonderlijke omweg construeren?

    De voorman van de anti-vivisectiebeweging in het onderhavige tijdperk is de christen-anarchist Felix Ortt. Tot op hoge leeftijd heeft deze man het Tijdschrift voor Geneeskunde nageplozen op beschrijvingen van proeven op dieren, waarvan ook binnen de termen die de vivisectoren zelf hanteerden het abjecte of het zinloze viel vast te stellen. Deze werkwijze hanteert hij, omdat hij niet verdacht wil worden van bijgekleurde verhalen, die door de tegenstander onmiddellijk als sentimentele fantasie afgedaan konden worden. Hij was wijs geworden doordat hij een keer de Engelse antivivisectiebeweging had geciteerd en er achter was gekomen dat dit verwijt gemaakt kon worden. Als exact wetenschapsman - en, kan men er bij zeggen, als standsbewust patriciër - wilde hij de vivisectoren - standgenoten toch meestal - laat ik zeggen weidelijk bestrijden. De strijdwijze mocht niet ter discussie staan. Als omstreeks 1930 een lawaaiige anti-vivisectiestroming opkomt onder leiding van Pieter Pijl, die het opgesmukte gruwelverhaal niet schuwde, verzet Ortt zich daar tegen met verder ongekende felheid. De motivering van zijn strijdwijze is bij die gelegenheid nog maar eens duidelijk uit de doeken gedaan. Maar Kluveld weet beter. Ortt was "wellicht" gevoelig voor het verwijt over vrouwelijkheid, en wilde dus mannelijk-wetenschappelijk redeneren. Met het wegvallen van Marie Jungius als voorvrouw uit de beweging in 1900, stelt Kluveld, "vermannelijkt" de beweging. Deze redenering is mijns inziens op los zand gebouwd. Zij doet ook afbreuk aan de rol van - vaak door Kluveld niet eens genoemde - belangrijke vrouwen in de beweging.

    De dissertatie is opgebouwd als het gemiddelde hedendaagse studieboek: eerst eens vertellen wat je zometeen gaat vertellen; dan vertel je; en voor wie het toch echt niet heeft kunnen volgen vertel je tot slot wat je verteld hebt. Zo vul je wel je pagina's. En zo is Ortt dus twee keer "wellicht" bang voor het verwijt van vrouwelijkheid. De derde keer - we zijn sufgeluld - is hij het in feite" (p.211). De amateurpsychologische inzichten mogen dan wel als waarheden gepresenteerd worden.

    De dissertatie is als afronding van een aio-schap bij het vak maatschappijgeschiedenis" bedoeld. Hieraan zit vast dat er aan "theorie" gedaan moet worden. Die theorie moet als het even kan "internationaal" zijn, liefst in het Engels te citeren. Geen probleem (of ook eigenlijk wel, want de schrijfster demonstreert afdoende deze taal nauwelijks machtig te zijn): we slepen er een Britse politicoloog uit 1968 bij die iets over "middle-class radicalism" heeft geschreven, en we stellen de expressieve politiek" van de anti-vivisectiebeweging vast. Dat wil zeggen, voor de duidelijkheid, dat niet het onmiddellijke resultaat telde, maar de uitdrukking van het hogere doel - dat dus overigens blijkbaar niet of nauwelijks met dieren te maken heeft.

    Het treurige is dat de schrijfster het, naar ik meen te begrijpen, eigenlijk zo goed bedoelt. Ik vind dat ze te aardig is over de onmiskenbaar antisemitische trekken van Ortts Felicia, waar zijn vriend Edward Peeters excuses voor wist die mij niet overtuigen. Ook verder: het zijn heus geen aanstaande nazi's, die antivivisectionisten, erkent Kluveld royaal. Dit wordt inderdaad nog wel eens beweerd - en onmiskenbaar is er uit die hoek sympathie getoond voor deze beweging - en soms wederzijds. En het vertoog over die vrouwelijkheid zal toch een zeker engagement verraden. Dan ben ik een kniesoor als ik val over een passage als: "In een tijd waarin zwarten niet of nauwelijks als volwaardige mensen werden gezien" (p.81). Door wie, als ik vragen mag? Door henzelf?

    Maar goed, de theorie... hoe staat het met het resultaat van het eerlijk ambachtelijke speurwerk in de geschriften van onder anderen Ortt, die hier als bron gelden? Een aantal veelzeggende, zoals een opmerkelijke beschouwing over de dieren in het hiernamaals, en zijn interventie tegen Pijl, zijn eenvoudig geheel aan de aandacht van de schrijfster ontsnapt. Kan gebeuren. Pijnlijker is dat zij een verhaal De ziel van de wijze consequent citeert als "De ziel der wijze" (het gaat over een man met een baard...). Dat is geen Nederlands, en zo heet het dan ook niet. Van der Veer was geen dominee (p.122), Van Mierop geen wiskundige (p.131). Uitgeverij Chreestarchia bestond nog niet in 1900 (p.69). Ach, dat ik zelf met een onnozel citaat aan bod kom en dat mijn naam verhaspeld wordt - leuk is het niet, en het tweede evenmin vertrouwenwekkend, maar ook hiervan kan ik zeggen: moet kunnen, kan gebeuren... Als de schrijfster Felix Louis Ortt "eigenlijk" Louis Felix Ortt laat heten is de grens toch echt wel overschreden.

    Een scriptie zou ik zeggen, niet publicabel. Zeker geen monografie, en al helemaal geen dissertatie. De hooggeleerden die hier geheel anders over dachten heten Schwegman en Labrie.

    - Amanda Kluveld, Reis door de hel der onschuldigen - de expressieve politiek van de Nederlandse anti-vivisectionisten, 1890-1940. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2000. Serie: Geschiedenis & Gezondheid. 278 blz. Prijs: ƒ49,50

    Aanloop bij de oorspronkelijk herhaalde plaatsing van deze recensie:
    Amanda Kluveld meet zich de autoriteit aan van een bestuursfunctie van de Dierenbescherming of iets dergelijks en de titel historicus om de Partij voor de Dieren te lijf te gaan in de Plaag voor het Gezin van afgelopen zaterdag. Blijkbaar heeft zij iets tegen jonge vrouwen als Marianne Thieme en Esther Ouwehand. Daarnaast toont zij Animal liberation niet gelezen te hebben en praat zij de vaste antisemitische types na die Peter Singer belagen.
    "Het ontbreekt er nog net aan dat jij genoemd wordt," zei de bron van mijn kennis aangaande dit artikel (ik wil er niet van verdacht worden deze courant te lezen).
    Is het een vraag hoe het toch komt dat nauwelijks middelmatig te noemen types in Nederland pijlsnel steil omhoogvallen als Opiniemaker via columnpjes in de zelfbenoemde kwaliteitskranten? Hoe heet die geneticus ook alweer, die nooit iets aan zijn vak doet? Die dubbelenaamdrager die iets tegen truien als jurken had? Undsoweiter. Kluveld is in haar onbenulligheid een extra opvallend exemplaar, omdat zij zonder noemenswaardige prestaties op haar conto te hebben regelmatig een grote scheur openzet (en daar natuurlijk ook nog voor vangt - de waereld is onrechtvaardig, maar dat wisten we al).


    Ontleend aan: De AS. In de oorspronkelijke papieren versie stond nog iets meer over de promotores, maar een van hen is betrokken geweest bij de beoordeling van Dennis Bos' voortreffelijke Waarachtige volksvrienden, dus is de tekst op dat punt een beetje bijgeschaafd...

    De schrijfster doet weten dat uit de bronnen blijkt dat Felix Louis Ortt echt Louis Felix Ortt heet. De geboorteakte zou het zeggen. Andere bronnen wijzen hier helemaal niet op. Maar goed: voor een historicus/-a een onvergeeflijke omissie: de bron voor deze "eigenlijk"-vermelding ontbreekt in de dissertatie. Quod iam demonstratum erat...

    Overigens, voor wie deze tegenwerping dacht te doen: het achterwege laten van noten in de op deze site verzamelde teksten is bedoeld als tegenwicht tegen het dotcommunisme dat er mee in praktijk gebracht wil worden. In de "Gutenberg"-versies zijn de noten te raadplegen.

    Kluveld heeft inmiddels per email doen weten dat zij niet blij is met deze bespreking. Zij wilde haar reactie ook in het gastenboek geplaatst zien. Wetende dat zij wel andere en ongetwijfeld ruimere platforms heeft heb ik besloten hier niet op in te gaan. Wie een boek schrijft kan verwachten dat dit beoordeeld wordt. De beste manier om te zorgen dat de beoordeling je bevalt is een goed boek schrijven. Dat is geen garantie voor een goede bespreking, maar het omgekeerde telt al helemaal niet.

    Niets freudiaans


    Hier heb ik als deel van mijn persoonlijke zonnedans lijn 5 bij de Gijsbrecht van Aemstelstraat genoemd, komend vanonder het treinviaduct. Hier zowaar een foto van een Utrechtenaar, zoals het hoort, bij die halte. In mijn herinnering was de afstand tussen halte en viaduct groter, maar dan, ik was nogal klein. De foto is van Cor Fijma, als ik het wel heb, de site van herkomst ben ik helaas alweer kwijtgeraakt. Een toevallige vondst tenslotte.

    Tuinvogelteldag


    Een regenachtige, opnieuw zachte dag in Nederland. Ik had in eigen tuin kunnen gaan tellen (en dit had als het niet geregend had een geheel andere telling opgeleverd, met waarschijnlijk een grote lijster, meer spreeuwen, turkse tortels en winterkoninkjes, bijvoorbeeld). In de loop van de middag ging de zon zelfs schijnen. Ik heb ten behoeve van de Vogelbescherming een uur aan de gracht om mij heen gekeken.


    De uitslag:
    Kokmeeuw 30
    Stadsduif 20
    Halsbandparkiet 4
    Houtduif 4
    Kauw 4
    Koolmees 2
    Merel 2
    Wilde eend 2
    Ekster 2
    Zwarte kraai 1
    Blauwe reiger 1
    Huismus 1
    Spreeuw 1

    De Vogelbescherming vond het aantal stadsduiven opmerkelijk. Doen er zo weinig Amsterdammers mee? Of het leuk was? Ja, zeker wel. En het viel mij mee toch nog vier houtduiven en zelfs nog een musje gezien te hebben - nog niet zo lang geleden heel gewone stadsvogels, nu niet meer zo alledaags. Maar als je een uur lang goed om je heen kijkt blijken ze er toch nog te zijn. De houtduiven deden zelfs baltserig.

    15 december, 2006

    Formatie

    Een goede ouderwetse coup binnen het genootschap "CDA" zou uitkomst hebbn moeten brengen. Tenslotte heeft de lijsttrekker voor een verlies van drie zetels gezorgd - na ruim vier jaar regeren met een stuk of drie kabinetscrises op zijn conto zou men toch moeten verwachten dat het dit oudste machtsblok in de Nederlandse politiek iets te veel werd. Afgezien van de wel bijzonder stuitende Verhagen - heeft men geen bruikbare katholiek in de coulissen om de steven te wenden?
    De ChristenUnie als alternatief zal zichzelf opbranden. Groen Links en SP kunnen afwachten hoe de Partij van de Arbeid kan gaan modderen en wegglijden nog onder het niveau van 2002.
    In sociaal-democratische ketterkringen liep in de jaren vijftig het rijmpje "Het hoogte onzer idealen is fusie met de liberalen".
    Nu dan maar zoiets als: "Wij willen geen heibel met de school met den bijbel?" "Kan het ons schelen, laat de gereformeerden bevelen."
    Het maakt niet uit - wie zal zich nog druk maken over het restant van de partij van Troelstra, Drees en Den Uyl? Het was tenslotte al afgelopen onder die onsmakelijke opperprivatiseerder Kok.
    Handhaaft Balkenende zich na de onvermijdelijke volgende kabinetscrisis? Ik ga er niet tegen wedden.

    שמע ישראל


    Er is een tijd geweest dat ik geloofde dat Israel, hoe onrechtvaardig de totstandkoming van deze staat ook was, tenslotte in vrede zou kunen bestaan met de buurlanden - de Palestijnen voorop.
    De kans is voorbijgegaan. Olmert heeft zich onlangs "versproken" wat betreft de kernwapens van Israel. De Palestijnen staan op de rand van een burgeroorlog, waarvan men in Tel Aviv en Jeruzalem blijkbaar denkt dat deze een ver-van-mijn-bedshow is.
    Het is onvoorstelbaar hoe de bestuurderen van een staat denken dat zij stand kunnen houden door vernedering van en oorlog tegen de buurlanden, met kernwapens op de achterhand als laatste chantagemiddel. Of om ze te gebruiken. In beide gevallen is de positie van Israel onhoudbaar. Iran hoeft hier helemaal niets aan bij te dragen.
    Wien de goden willen verderven slaan zij met blindheid. De goden, ja.

    (Ingegeven door dit en dit en versterkt door dit).

    Nugetre


    Lovey dovey, Chains of love, Heartbreaker, Don't you know I love you, I confess, Mess around, Whatcha gonna do, Fool, fool, fool - een aantal titels van R&B-nummers die Ahmet Ertegun (mede) geschreven heeft. Whatch gonna do van The Drifters is beter bekend geworden als The twist van Chubby Checker (ook al is de oorspronkelijek versie onder die titel van Hank Ballard and the Midnighters).
    Een Turkse man als een van de groten achter de zwarte muziek van de Verenigde Staten - gisteren 14 december overleden. Zijn betekenis hiervoor is onschatbaar. Hiermee is eigenlijk al genoeg gezegd.

    14 december, 2006

    De dagelijkse katastrofe


    De ene dag opent het ochtendnieuws met de uitspraak van het vermoeden dat er in 2040 geen ijskap meer is op de Noordpool. Het belangrijkste moet nog komen: Volkswagen wordt geprivatiseerd. Alsof trouwens iemand enige gedachte besteden zou aan het niet-privaat zijn van des Führers trots.
    De volgende dag verliest Afrika evenveel water per jaar als er geconsumeerd wordt door mensen. Belangrijker is de vrijstelling van milieueisen aan de grachtengordeltractor. Te moeilijk, te ingewikkeld. Hoeft niet.
    Het staat nu al vast dat 2006 het warmste jaar dat ooit gemeten is in het grootste deel van Europa. De rampenstations laten ons in het Engels dromen van een witte kerst.

    11 september 1973, Santiago de Chile: Salvador Allende


    Pagaré con mi vida la defensa de principios que son caros a esta patria. Caerá un baldón sobre aquellos que han vulnerado sus compromisos, faltado a su palabra, roto la doctrina de las Fuerzas Armadas.

    El pueblo debe estar alerta y vigilante. No debe dejarse provocar, ni dejarse masacrar, pero también debe defender sus conquistas. Debe defender el derecho a construir con su esfuerzo una vida digna y mejor.

    Una palabra para aquellos que llamándose demócratas han estado instigando esta sublevación, para aquellos que diciéndose representantes del pueblo, han estado turbia y torpemente actuando para hacer posible este paso que coloca a Chile en el despeñadero.

    En nombre de los más sagrados intereses del pueblo, en nombre de la patria, los llamo a ustedes para decirles que tengan fe. La historia no se detiene ni con la represión ni con el crimen. Esta es una etapa que será superada, éste es un momento duro y difícil. Es posible que nos aplasten, pero el mañana será del pueblo, será de los trabajadores. La humanidad avanza para la conquista de una vida mejor.

    Compatriotas: es posible que silencien las radios, y me despido de ustedes. En estos momentos pasan los aviones. Es posible que nos acribillen. Pero que sepan que aquí estamos, por lo menos con este ejemplo, para señalar que en este país hay hombres que saben cumplir con las obligaciones que tienen. Yo lo haré por mandato del pueblo y por la voluntad consciente de un presidente que tiene la dignidad del cargo...

    Quizás sea ésta la última oportunidad en que me pueda dirigir a ustedes. La Fuerza Aérea ha bombardeado las torres de Radio Portales y Radio Corporación. Mis palabras no tienen amargura, sino decepción, y serán ellas el castigo moral para los que han traicionado el juramento que hicieron.

    Soldados de Chile, comandantes en jefe y titulares... al almirante Merino... ... El general Mendoza, general rastrero que sólo ayer manifestara su solidaridad y lealtad al gobierno, también se ha denominado director general de Carabineros.

    Ante estos hechos sólo me cabe decirle a los trabajadores: yo no voy a renunciar. Colocado en un tránsito histórico, pagaré con mi vida la lealtad del pueblo. Y les digo que tengo la certeza que la semilla que entregáramos a la conciencia digna de miles y miles de chilenos, no podrá ser segada definitivamente. Tienen la fuerza, podrán avasallarnos, pero no se detienen los procesos sociales ni con el crimen, ni con la fuerza. La historia es nuestra y la hacen los pueblos.

    Trabajadores de mi patria: quiero agradecerles la lealtad que siempre tuvieron, la confianza que depositaron en un hombre que sólo fue intérprete de grandes anhelos de justicia, que empeñó su palabra en que respetaría la Constitución y la ley, y así lo hizo. Es este momento definitivo, el último en que yo pueda dirigirme a ustedes, espero que aprovechen la lección. El capital foráneo, el imperialismo, unido a la reacción, creó el clima para que las Fuerzas Armadas rompieran su tradición: la que les señaló Schneider y que reafirmara el comandante Araya, víctima del mismo sector social que hoy estará en sus casas esperando con mano ajena conquistar el poder para seguir defendiendo sus granujerías y sus privilegios. Me dirijo, sobre todo, a la modesta mujer de nuestra tierra: a la campesina que creyó en nosotros, a la obrera que trabajó más, a la madre que supo de su preocupación por los niños. Me dirijo a los profesionales de la patria, a los profesionales patriotas, a los que hace días están trabajando contra la sedición auspiciada por los colegios profesionales, colegios de clase para defender también las ventajas de una sociedad capitalista.

    Me dirijo a la juventud, a aquellos que cantaron y entregaron su alegría y su espíritu de lucha; me dirijo al hombre de Chile, al obrero, al campesino, al intelectual, a aquellos que serán perseguidos, porque en nuestro país el fascismo ya estuvo hace muchas horas presente en los atentados terroristas, volando puentes, cortando las vías férreas, destruyendo los oleoductos y los gasoductos, frente al silencio de los que tenían la obligación de proceder... La historia los juzgará.

    Seguramente Radio Magallanes será acallada y el metal tranquilo de mi voz no llegará a ustedes. No importa: me seguirán oyendo. Siempre estaré junto a ustedes, por lo menos mi recuerdo será el de un hombre digno que fue leal con la patria. El pueblo debe defenderse, pero no sacrificarse. El pueblo no debe dejarse arrasar ni acribillar, pero tampoco puede humillarse.

    Trabajadores de mi patria: tengo fe en Chile y su destino. Superarán otros hombres el momento gris y amargo, donde la traición pretende imponerse. Sigan ustedes sabiendo que, mucho más temprano que tarde, se abrirán las grandes alamedas por donde pase el hombre libre, para construir una sociedad mejor.

    ¡Viva Chile, viva el pueblo, vivan los trabajadores!

    Estas son mis últimas palabras, teniendo la certeza de que el sacrificio no será en vano. Tengo la certeza de que, por lo menos, habrá una sanción moral que castigará la felonía, la cobardía y la traición.

    13 december, 2006

    Guahan


    Op de dag waarop het hooggerechtshof van Botswana het in een concentratiekamp bijeenbrengen van Bosjesmensen afwijst (dat mag nog een meevaller heten) wordt nieuws bekend over de afwijzing van de bevolking van Guam (Guahan) tegen de uitbreiding van de VS-basis op het eiland. Het zou goed kunnen dat een op de vijf inwoners van het eiland een VS-miltair zou zijn.

    Geen verrassing

    Het meesterwerk Consumentengedrag van E.J. Boom en A.A. Weber blijkt spoorloos verdwenen uit de bibliotheek...

    Ouroboros - een variant


    "Kijk, van voren is hij net zo leuk als van achteren." Ik begreep niet tegen wie zij het had, maar de formulering leek er op te wijzen dat de opmerking niet in de eerste plaats voor mij bedoeld was. Het was een forse zwartharige vrouw en zij had mij geknepen terwijl ik aan de bar stond te wachten op een ronde pils voor mijn gezelschap. Ik wist niet wat ik moest terugzeggen dus liep ik maar met de glazen naar de vrouwen voor wie ik de pils had gehaald. Ik vertelde hen wel wat er gebeurd was.
    "Op zoiets ga je toch niet in, hè?" vroeg een van de meisjes mij op bezorgde toon. Algemene instemming bij de anderen. Wat ik hierop had moeten terugzeggen was al wat duidelijker, maar het viel goed te bedenken waarom ik het niet zei. Enkele dagen tevoren had ik vernomen dat degene die mijn huissleutel nog had (en wier sleutel ik nog had) een ander had, "en die ken je wel." Wat er aan die huissleutels vastzat was plotseling weggeslagen. Mijn machteloze woede en verdriet kon ik in dit gezelschap niet ter sprake brengen. Het vervolg kon dus al helemaal niet: "Elk van jullie vind ik leuker dan de vrouw die mij net geknepen heeft. Ik heb behoefte aan een troostend paar armen. Of meer." De feministisch verantwoorde reactie zou dan misschien zijn geweest dat ik maar naar een man moest uitkijken. Maar het was ook niet wat ik zei. "Nee, natuurlijk niet," antwoordde ik met enige aarzeling maar toch oprecht, omdat ik niet wist wat "er op ingaan" kon inhouden.
    Ze zat er nog toen we afrekenden, en ze merkte iets in mijn houding. Ik groette haar meet een knikje. "Je aarzelt. Geef maar toe dat je geïnteresseerd bent." Ik kon het niet ontkennen. Ik hield het voorbehoud dat het geen ingrijpende gevolgen zou hoeven te hebben. Het woord interesse gaf mijn houding afdoende weer. Het was sluitingstijd, maar zij wist nog wel een café waar we terechtkonden. Naar mijn weten was dit ook dicht inmiddels. "Ja, maar ik ken de eigenaar." We konden er inderdaad nog drinken.
    Er leek geen verband te bestaan tussen de mensen aan de bar (wie was dan die eigenaar?) en de vrouw die mijn interesse had gewekt. Verband tussen haar en mij was er daar al evenmin. Een goed kennismakingsgesprek was onmogelijk. Waar moest dit naartoe? De drank bezorgde mij een mate van kribbigheid die in het onbekende gezelschap net niet uitkwam. En toen zij en ik eenmaal buiten stonden maakte ze duidelijk wat ze wilde. En mijn mengsel van aarzeling en interesse was zwak genoeg om die wil uit te laten komen.
    "Ik wil dat je je dierbaarste plaat opzet. Jouw dierbaarste plaat dus, wat je het liefst hoort." Ze zei dat ze verliefd was en dat zoiets intiems er bij hoorde om mij helemaal te leren kennen. Het moest een LP zijn. Opnieuw aarzelde ik in alle eerlijkheid. Werd het Hums of the Lovin' Spoonful of Rose of Cimarron van Poco dat ik net een dag in huis had en waar ik een tijd naar gezocht had? Of kon het allebei? Ik moest beslissen van haar. "Het is in ieder geval iets heel anders dan J.J. Cale of wat anderen altijd hebben."

    De affaire duurde net zes weken. Ik hield mij voor dat ik niet verliefd was maar dat ik zoiets niet kon zeggen of zelfs maar kon laten blijken. Waarschijnlijk waren we voor elkaar degene die we nodig hadden wederzijds. Op een avond in de woning van een eigenaar van weer een ander café vertelde zij dat de eigenaren van de tent waar wij ter kennismaking naar toe waren gegaan vonden dat het uit moest zijn tussen ons. "Ze vinden je een proleet. En dat ben je ook. Jammer evengoed." Ik had mijn best gedaan en voelde nu zwaar de vergeefsheid van dit streven naar niets - en eigenlijk was het dan ook weer een opluchting. Ze stond op het balkon toen ik mijn fiets van het slot haalde. Ik wees in de lucht, ze begreep mijn gebaar niet. "Vleermuizen!" Ik had ze nog nooit in de ochtendschemering gezien.

    Mijn lief en collega-deejay Godiva en ik kwamen er regelmatig, meestal voor een wekelijks etentje, soms overdag voor de lunch. Zo was het ook op de dag waarop Johnny Cash stierf. De barman van wie we het nieuws hoorden speet het dat hij niets van de overledene ten gehore zou kunnen brengen, en hij zou vanavond ook nog wel deejay zijn in dezelfde gelegenheid. Maar ik had net een LP gezien bij een marktkoopman, met vroeg werk van de zanger, en de plaat kostte niet veel. Ik gaf te kennen dat ik hem wel wilde halen zodat hij toch Johnny Cash kon laten horen. Barman-deejay gaf het geld en was zeer opgetogen. En zo kwam ter sprake dat wij ook deejays waren, eigenlijk bij de radio, maar dat leek voorbij - en we zochten een plaats om onze lievelingssport te beoefenen. Eventueel ter promotie van het radiostation dat, wilde het niet ten onder gaan, elke publiciteit kon gebruiken.
    Er was nog wel plaats op een enkele vrijdagavond, als we wilden. Of we wilden... Het was vooral een kwestie niet te gretig te reageren, maar toch duidelijk genoeg te laten blijken dat we beschikbaar waren. Wat zou het motto zijn waaronder wij bekend gemaakt moesten worden voor het publiek? De verschrikkingen van gouwe-ouwe-formats en adult oriented rock in gedachten houdend kwamen we op een negatieve formulering: "Beslist geen Eagles." Dus dit werd de aankondiging. Maar ik wist al wat ik als eerste zou gaan draaien in deze tent. "Wat denk je: vindt de baas mij een proleet?" vroeg ik aan de barman-deejay toen het ogenblik waarop we zouden starten naderde. "Hoe kom je daarbij? Waarom - dat ben je toch helemaal niet?" Ik nam de LP ter hand... en meteen schoot een aangeschoten witte Zuidafrikaan op mij af. Of ik Hotel California van The Eagles ging draaien. We konden verwijzen naar de aankondiging op de muur. De hoes van de LP van Poco leek nogal op die aller-tijden-verschrikking. De Zuidafrikaan dacht zelfs dat het Hotel California was. Het moest dan altijd nog omgekeerd zijn: de plaat van Poco was ouder. Het incident leidde zelfs nog tot discussie: was Poco niet eigenlijk net zoiets als The Eagles? Ferm en terecht werd besloten dat dit niet zo was. En na Al Caiola's Magnificent Seven, onze herkenningsmelodie, kon ik er Too many nights too longvan Poco ingooien. Ik was erkend als niet-proleet.

    Wat volgde was een reeks avonden als in een roes, zowel voor Godiva als mij. Draaien voor een zichtbaar publiek, meteen merken of - of liever: dat - iets goed viel, vragen: "wat was dat?", zonder het gezeur van "heb je niet iets swingends?", want het was niet de bedoeling dat men ging dansen. Al is dat laatste toch ook gebeurd. En de tweede keer al brak ik met de aankondiging, toen ik een plaat bemachtigd had van een Engelse gitaargroep die The Eagles heette: graag Eagles!
    Op een avond waren de draaitafels helaas niet beschikbaar - of het erg was dat er alleen cd's gedraaid konden worden of eventueel cassettes? We konden leven met het tekort. Het was de avond waarop een jonge Engelsman op mij afkwam. Of ik iets van The Beatles had. Niet bij mij. The Stones dan. Ook niet. The Who? The Kinks? Ik moest uitleggen dat we het belangrijkste werk op vinyl hadden en dat we om technische redenen nu alleen cd's konden draaien - een beperking, maar misschien zat er toch wel wat aardigs tussen deze tweede keus. Hij ging teleurgesteld zitten. Ik schatte zijn voorkomen en dat van zijn metgezellin met een oogopslag terzijde en startte Earl Van Dyke. Blijde verrassing, vooral bij hem. Darrell Banks. Lou Johnson. Ze leken verbijsterd en waren eigenlijk onhoudbaar, maar het was nu eenmaal geen danstent. Zij besefte dit beter dan hij en ze probeerde hem in toom te houden. In de zekerheid dat ik goed geoordeeld had stapte ik even op hem af en zei dat ik begreep dat hij niet uit Rugby Union Country kwam. Ze maakten tersluiks een foto van mij en tenslotte gingen ze weg, om echt te kunnen dansen waarschijnlijk. Hij gaf mij een hand en zei iets wat ik in het geheel niet kon verstaan maar waarvan ik de strekking kon raden. Het woord roes is het enige toepasselijke: pas toen het stel vertrok nog tijdens mijn geïmproviseerde northern soulsessie drong het tot mij door dat er nog andere mensen in de zaal waren. Maar die kunnen toch niet ontevreden zijn geweest, ook al hadden ze al een tijd niets gehoord wat ze kenden.

    Even plotseling als het begon was het voorbij. Ik wist niet dat het de laatste keer was toen de barman-deejay die ons er bij gehaald had om een reprise van Love will tear us apart van Joy Division vroeg. Niet zo'n goede plaat voor een café vond ik, maar ik had al gezondigd tegen deze eigen beoordeling. Hij sprong met wat anderen in de rondte. Na afloop nam een van de vele mooie barmeisjes Godiva terzijde. Zij vond haar de beste deejay, speciaal voor de vrijdagavond, ik was meer geschikt voor zondag. Maar wij waren hoe dan ook graag geziene gasten. En zij was de nieuwe eigenares van de zaak, samen met haar vriend die ook deejayde. Hij liet het liefst techno horen en was naar wij vermoedden juist niet blij over onze brede keuze - afgezien van zijn wijsneuzigheid dat cd's toch altijd beter waren dan vinyl.
    Maar of het daaraan lag dat wij vervolgens te horen kregen dat de agenda volzat tot aan de zomer en dat alles toch nog eens bekeken moest worden? We werden langzaamaan wakker uit de roes. Gingen er nog wel uit eten, maar merkten ook dat presentatie en menu "opgeyupt" werden, evenals de prijzen. En de nieuwe eigenares begroette ons nogal afstandelijk. Ik weet niet of ze dicht in de buurt van het café woonde, maar dat zou best het geval kunnen zijn. Op een avond rond achten stonden haar vriend en zij op het punt te vertrekken, maar zo te zien had zij nog van alles te bespreken met de collega's die nu plotseling haar personeel waren. Hij ging weg, met duidelijk geëtaleerd ongeduld: "Ik ga thuis alvast liggen hoor."
    Een onvervalste proleet! Hoewel we aan onze derde trappist bezig waren was de roes voorbij. We zijn er niet meer teruggekomen.

    10 december, 2006

    Na zevenenzeventig jaar



    Na 77 jaar haar eindpunt in het nieuwe Zuid te hebben behouden zal lijn 24 in Amsterdam vanaf heden 10 december doorrijden naar de Gustav Mahlerlaan, oftwel het VU-ziekenhuis. De lijn, waarvan het eindpunt "Olympiaweg" sinds naaar ik meen 1973 werd aangegeven als "Stadionplein", toen ook het eindpunt van lijn 16, zal nu echt haar eindpunt met deze lijn gaan delen. Tot heden was lijn 24 de enige tramlijn in Amsterdam die van begin af aan hetzelfde begin- en eindunt heeft behouden. De omgeving van hteindpunt Olympiaweg straalt nog de trots uit van de gemeente Amsterdam van de jaren dertig, toen een zelfbewust bestuurde stad die stijl gaf aan zijn omgeving.
    De lijn die de mindere buurten met het ziekenhuis zou kunnen verbinden, lijn 6 dus, raakt verder buiten beeld.

    Ik heb zelf niet veel met lijn 24 en haar eindpunt te maken gehad. Mijn oma heeft even in de Amazonenstraat gewoond, bij het eindpunt dus, maar zij vond de buurt te doods. Halte Sportstraat kllinkt nog steeds bekend in dit verband. Voorbij, nu.

    In die dagen, omstreeks 1960, heersten de drieassers als even-het-modernste materieel op de oorspronkelijk zeer drukke lijn. Nu is het een van de weinige lijnen die de aanvechtbare zegening van de Combino ontbeert, zoals te zien op deze wagen, op de Olympiaweg..







    En van nu af aan geen wachthuisje meer op de open ruimte voor het Olympisch Stadion, dat allang geen Olympisch Stadion meer is. Wonderlijk genoeg is de lijn na de Spelen (1928) ingesteld, zoals ook de blauwe serie - bedoeld om de Olympische drukte op te vangen - een jaar na de Spelen aankwamen. Lijn 24 heeft zelfs nog een versterkingslijn gehad tussen Olympiaweg en Rembrandtplein - een route waarvan de rails enkele jaren geleden verdwenen zijn, speciaal terwille van de horeca in de Reguliersdwarsstraat. Het stadion, zoveel jaren een belangrijke bestemming, is dit nu helemaal niet meer.




    09 december, 2006

    Platland


    Flatland van Edwin Abott Abbott, de man met de gekwadrateerde naam, Een Vierkant dus, is een wonderbaarlijke manier om uit te leggen wat dimensies zijn. Daarnaast is het een maatschappijkritisch geschrift. De Nederlandse vertaling, Platland, is inmiddels op het net te vinden naast andere belangwekkende geschriften.
    Maar het is ook nog steeds als boek te vinden.

    08 december, 2006

    Toch niet het klimaat


    Wie denkt dat de Londense wervelwind iets nieuw en bijzonders is wordt hier uit de droom geholpen. Raar weer, zeker, de zachtste herfst in Europa sinds mensenheugenis - nog steeds als gevolg van de onverdraaglijke julimaand, maar tornado's zijn geen nieuwe ontwikkeling.
    Feliix Ortt schreef een van zijn weinige waterstaatkundige artikelen na zijn vertrek bij Rijkswaterstaat over windhozen.

    Een overzicht van spectaculaire hozen van de afgelopen eeuw in Nederland. En het verhelderende woord: een tornado is een groot uitgevallen windhoos.

    03 december, 2006

    Wat heb je aan geld als de poolkap smelt

    Oftewel: Het leven gaat boven het geld.

    Dit is het motto en de rode draad door het programma van de Partij voor de Dieren, die met twee zetels in de Tweede Kamer is gekomen na de verkiezingen van 22 november jongstleden. Het leven boven het geld – een ethische gedachte, die natuurlijk niet alleen beperkt is tot de andere levende aardbewoners. Dierenbevrijding kan alleen samengaan met mensenbevrijding – dit is uitgebreid aan de orde geweest in De AS nr.124. Omdat het kapitalisme nu juist het primaat van dode dingen – op geld waardeerbaar – inhoudt, kan de consequentie van deze ethiek slechts tot afwijzing van het kapitalisme leiden.
    Het anarchisme heeft in Nederland altijd een sterk ethische inslag gehad, en deze humanitaire ethiek strekte zich steeds ook uit tot dieren. Vegetarisme sprak voor velen vanzelf. Bestrijding van vivisectie, bonthandel en dierenmishandeling tot het verzet tegen de bio-industrie van vandaag zijn vaste thema’s voor anarchisten in Nederland. En veelbetekenend citeert Marianne Thieme, oprichtster van en nu Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, Tolstoj: zolang er slachthuizen zijn, zullen er slagvelden zijn. Zonder het te weten of misschien ook te willen weten draagt deze parlementaire vertegenwoordiging van dierenrechten de traditie van Ferdinand Domela Nieuwenhuis, Titia van der Tuuk, Marie Jungius, Felix Ortt, Jac. van Rees, Louis Bähler, J.J. Hof en Clara Meijer-Wichmann mee (en deze opsomming is zeker niet volledig). In donkere tijden is deze opmerkelijke ontwikkeling iets om met enig plezier vast te stellen – en laten we hopen dat de vertegenwoordigsters van de PvdD hun motto trouw blijven.

    Formatieadvies


    "Marianne Thieme moet gewoon een gezaghebbend dier voordragen als tweede informateur. Zou Oehoeboeroe een goeie match zijn met Rein Jan Hoekstra? Of moeten we gezien de complexe verkiezingsuitslag eerder denken aan een oplossingsgerichte figuur als Tom Poes?"
    Schreef De Volkskrant op zijn weblog, kort na het formatieadvies van de fractievoorzitster van de Partij voor de Dieren. Niet onverwacht duikt het citaat alleen op bij koesteraars van het gedachtengoed van Pim Fortuyn. Daar is het De Volkskrant voor, tenslotte. De schepper van Oehoeboeroe leefde nog net toen dit schrijfsel gebakken werd.
    Maar als we toch zo redeneren, stel ik mijn goede vriend Cornelis Prul voor: weerbaar en toch stichtend. Hij is beschikbaar en hij is bij dezen genoemd.

    Helendal nogal wel zo tamelijk


    De pen was al neergelegd, de stem vastgelegd en niet meer aangevuld. Woensdag 29 november is Jan van Oort, Jean Dulieu, overleden. Juist het verscheiden van zijn maker herinnert er aan dat Paulus de Boskabouter onsterfelijk is. En wie dit te ver gaat, moet maar kennisnemen van Dulieus biografie van Franciscus, Francesco geheten. Requiescat in pace.

    02 december, 2006

    Het dagelijkse gesticht

    Uit een ANP-bericht:

    Het ministerie van Onderwijs wil de regelgeving voor scholen terugdringen. Vorig jaar liet het ministerie weten de regeldruk tot 2007 met 29 procent te willen verminderen. In 2010 moet het aantal regels zijn afgenomen met 40 procent.

    - Om precies te zijn: gemakshalve is het streefpercentage naar boven afgerond. Het ministerie streeft naar 28,61 procent minder regelgeving. Maar dat leest niet zo prettig.
    Om hierop toezicht te houden zullen uiteraard de nodige managers moeten worden geworven.