26 januari, 2018

Geschiedenis is altijd in het nu

Het is een dorpje in de Elzas. In 1865 wordt hier op de boerderij van zijn grootouders en ouders Robert Mueller geboren. U mag zijn naam uitspreken op zijn Duits, of als Robèr Müllèr. De weg waar de boerderij aan staat heet immers Rue de l'Église, al noemt iedereen in het dorp hem Kirchstrooss. Dat blijft eigenlijk ook zo na 1871, als hij Kaiser-Wilhelm-Straße moet gaan heten. Op den duur wordt de officiële naam ook gangbaar. Onze Robert neemt het beheer van de boerderij over in 1904. Hij zal er tot zijn dood, als zijn kinderen en kleinkinderen er al over waken, blijven wonen.

Maar in 1919 is zijn adres veranderd. Hij woont nu aan de Avenue de la République. En in 1926, tien jaar na de dood van een Held uit de Grote Oorlog, tevens koloniaal slachter, besluit de gemeente de weg te herdopen in Avenue Gallieni. Robert melkt de koeien en scheert de schapen zoals ze steeds gedaan hebben in de familie.
In 1940 woont hij plotseling aan de Adolf-Hitler-Straße. Hem is niets gevraagd.
Maar in 1944 woont hij alweer aan de Avenue de la Liberté, die in 1946 herdoopt wordt in Avenue Général de Gaulle. Hier eindigt het verhaal van de adreswijzigingskaarten van iemand die nooit verhuisd is. Want hij sterft in 1951.

Het dorp is fictief zoals ook de naam en de naamswisselingen. Maar ze zijn zeer denkbaar en er zijn ongetwijfeld dergelijke veranderingen geweest in de levenstijden van Elzassers tussen pakweg 1865 en voorbij 1944.
Werd hier de geschiedenis vervalst? Er werd een heden opgelegd.
Om het voortdurende vechten om strategisch gelegen gebieden rijk aan strategische grondstoffen, zoals Elzas-Lotharingen, Saarland, Luxemburg en meer wellicht, voor de toekomst te voorkomen wordt de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht in 1952. Een van de architecten is de in Luxemburg geboren Robert Schuman, wiens vader uit dan-Duits Lotharingen was geëmigreerd. In 1919 wordt Schuman Fransman, zoals iedereen in de opnieuw geannexeerde gebieden. (De landverhuizingen van boer Mueller heb ik buiten beschouwing gelaten).
De EGKS is de voorloper van de huidige Europese Unie, vervloekt door menigeen die op geen enkele manier meer op de hoogte is gebracht van het doel bij de oprichting en de geschiedenis.

Als een school in Amsterdam, in wat dan nog een nieuwbouwwijk voor den arbeider en den koperenknopendrager is, wordt vernoemd naar Jan Pieterszoon Coen, dan is dat de Coen van 1911. Niet die van 1611, toen zijn grote werken in de Oost nog moesten beginnen. Coen moest model staan voor de trots over een koloniaal gebied van Sabang tot Merauke, dat nog maar nauwelijks geheel "gepacificeerd" was in 1911 (de term voor het plegen van koloniale moordpartijen). En het nog voelbare trauma rond de "stamverwante" Boeren van Zuid-Afrika, voor wie Nederland allesbehalve een oorlog tegen de Britten riskeerde, maar die wel in een beetje stad, net als Indië, een eigen buurt met bijbehorende namen kregen.
In 2011 was ik na het overlijden van mijn moeder druk bezig met het leegruimen van de kamers van mijn jonge jaren, waarmee ik tot dan verbonden was gebleven. Boven de straat hing een triomfantelijk spandoek dat de viering van honderd jaar J.P. Coenschool uitriep. Ik vond het ongepast dat de school nog zo heette. Een "Indische Buurt", vooruit (er zijn maar weinig Suriname- en Antillenbuurten, en al helemaal geen Nieuw-Guineabuurten, om van eerdere koloniën niet te spreken). De verbondenheid van Nederland met die gewesten kan niet ontkend worden. Maar zoals al tussen haakjes gezet in de vorige zin: de ene kolonie is de andere niet.
En als in 2018 al opvallend anders dan in 2011 wordt gedacht over de naamgever van die JP Coenschool, dan is dat geen geschiedvervalsing maar een bevestiging van de realiteit van het heden.
Zoals ook de naamswijzigingen van de straat waar de denkbare boerderij van Robert Mueller stond (het zal niet goed afgelopen zijn met die boerderij vervolgens, want de Franse boerenbuiten loopt leeg).

Het zou integendeel geschiedvervalsing zijn om een naam waar men van afwil te handhaven.
Wie in een openluchtmuseum wil wonen dient zich bij zo'n instelling aan te melden. De kans dat u als migrant wordt toegelaten lijkt mij evenwel gering.

Geen opmerkingen: