28 mei, 2015

Kanttekeningen bij Sheldrake 2 - het open veld

Geen weet hebbende van Sheldrake's The sense of being stared at noemde ik in deze deze voordracht wat ik zelf regelmatig meemaakte als de overkant-van-de-gracht-ervaring. Nog steeds is de overkant rustig en "voel" je op de verdieping boven dit alles dat er iemand (al dan niet in meervoud) langsloopt of -fietst. Je blik gaat naar buiten, het gevoel wordt bevestigd en het kan zo voorkomen dat degene die passeert terugvoelt gezien te worden. Zelden kijkt men dan de goede kant op, daarvoor komt de blik (mijn blik) van te ver, verticaal gezien en ook horizontaal (namelijk van de overkant van de gracht). Hoe komt het dat je je bewust bent van de aanwezigheid van de ander die je in eerste instantie niet ziet of helemaal niet te zien krijgt?

Hier stel ik dan de openveldervaring naast. Mocht ik mij afvragen of die u bekend voorkomt dan verwijs ik naar Jans(s)en op de maan in Mannen op de maan, die, spelend met de gebrekkige zwaartekracht, zich plotseling beschaamd afvraagt of iemand hem ziet. Een gemakkelijk voorbeeld.
In Nederland is de ervaring vrijwel onmogelijk maar ook weer niet helemaal: u bent alleen op een veld of strand maar u hebt het gevoel van een Aanwezigheid op onzichtbare afstand. Een keer die mij sterk voor ogen staat moest ik rennen voor mijn leven want er brak een onweer uit en schuilen onder of bij een boom was natuurlijk al helemaal uitgesloten. Of het gevoel met het onverwacht naderende onweer samenhing zou ik niet kunnen zeggen.

Het religieuze gevoel moet op deze Onzichtbare Aanwezigheid gebaseerd zijn, en dat gevoel is betrekkelijk oud. Maar evolutionair bekeken is de leeftijd van het gevoel van geen betekenis. Het is dus goed mogelijk dat het gevoel een rol heeft gespeeld ten aanzien van predatoren op de mens, niet zichtbaar maar voelbaar aanwezig. En al tijden overbodig in een land als Nederland, maar lang niet overal ter wereld, wat het dus ook nu nog steeds functioneel zou maken.

Hoe het ook zij, Sheldrake heeft gelijk dat het op waarheid berustende gevoel van gezien te worden (en, zeg ik bij uitbreiding, ook het niet op waarneembare werkelijkheid berustende gevoel) mensen met elkaar verbindt. De verklaring blijft een kwestie van intelligent giswerk, het onttrekt zich aan proefondervindelijk onderzoek.


Geen opmerkingen: