14 augustus, 2014

En ik stapte een droom binnen

Een benauwde droom een dezer dagen vertelde mij: je zult door het leven moeten zonder de zeezenders verder. Hoe moet dat nou, vroeg de naar wanhoop neigende dromer zich af, tientallen jaren zonder...
Merkwaardigerwijze is het wegvallen van de muziekleverantie in 1967 - nou goed, Caroline bleef nog even - harder aangekomen dan bijvoorbeeld het verlies van mijn vader en mijn opa, de onmogelijkheid degene die de liefde van mijn leven had moeten zijn dit ook te laten worden en misschien kan ik van "toen" wel meer bedenken, maar Big L en de andere wogen veel zwaarder. Het komt mij nog zoveel jaren later in een droom opzoeken. Verlatenheid.

Het strookt niet met wat bij het goede waakbewustzijn juist duidelijk zou moeten zijn: je levenslijn heeft toen en daar dat van deze bezielde entiteiten gedeeld en je bent (voor) altijd samen. Je moet wel sterk in je schoenen staan wil je dat op je zeventiende beseffen. En ik heb ondervonden dat het een ongelijkmatig besef is, dat bij mij overigens een tijd (weer) weg is geweest. Paul Cudenec attendeerde mij er op in het laatste hoofdstuk van The stifled soul of humankind, dat online te lezen is. [De bespreking wachtte tot nu toe op een goed allittererende Nederlandse vertaling, ik denk dat ik die nu heb]. En het besef vraagt blijkbaar om waakbewustzijn. Dat vind ik op zijn minst opmerkelijk. Het kan een particuliere mythologisering zijn van de verliezen van deze zomer, misschien een verwerkingsproces. Maar het is 14 augustus, het weer is er naar. A day in the life heeft meer geschiedenis gekregen in al die jaren.



Deze versie laat wel heel duidelijk de afwisseling tussen John en Paul horen.
Toch ook maar de albumversie, zoals in het begin alleen Big L die draaide. En op het laatst dus. Altijd die ene maandagmiddag.

Geen opmerkingen: