01 juli, 2010

Afscheid van mijn paard


Waar hield ik het paard eigenlijk?
Het stond speciaal voor mij in het duin, ergens tussen Egmond en Castricum, op zo'n voormalige akker die nu grasland is. Kon nergens anders. Het zou er zijn als het nodig was.
Maar mijn Dame In Nood doemde niet op. Wie kwelde haar eigenlijk, zodat ik haar te hulp moest schieten en redden van haar kwelgeesten? Eigenlijk kunnen het alleen haar ouders geweest zijn.
Hoogstwaarschijnlijk zou ook vanuit die hoek de sabotage toeslaan op de redding die ik wel moest uitvoeren. Maar we zouden winnen van onze belagers en voor eeuwig verliefd elkaar in de ogen kijkend wegrijden op dat paard, onbekende verten tegemoet.
Kussend ook, ja. Van wat er verder misschien zou kunnen gebeuren had ik niet eens weet. Ze leefden nog lang en gelukkig.

En toen kwam ik haar tegen. Bij de eerste blik wist ik dat zij het was. Zij wist het ook en richtte een smachtende blik op mij. En gewapend met deze blik ging zij zich steeds opvallender, drukker en tenslotte dwazer gedragen zodat zij tenslotte tot de orde geroepen werd door haar baas. Die bevestigde wat ik bij de eerste aanblik al geweten had. Haar naam.
Merkwaardigerwijze was ik juist heel kalm en zeker. En nu ik het opschrijf is het geen groot raadsel meer waar dit verschil vandaan kon komen.

Maar wat nu? Ik moest iets doen, maar zat inderdaad in een gezinskeurslijf, aangevuld door school en financiële teugels. De eerste keer dat ik mij op haar terrein begaf was zij er niet. Tegenvaller. Het zou, wist ik, veel te veel opvallen als ik snel weer een poging zou doen tot - dat zou ik nog wel zien.

De tweede keer zou niet meer komen. Mij wachtte een speciaal Rein-de-Vries-moment. Kreeg van de een in een onnodig gesprek met een ander zijdelings te horen dat zij heel spoedig zou trouwen, en dat dit wel moest.

Ik heb mijn Dame In De Toren verwerkt in een toneelstuk in de geest van François HaverSchmidt, ik heb het er hier wel eerder over gehad. Ik vertelde iets over wat er ten grondslag lag aan de rol van een van de actrices. De regisseur zei: "Je moet er toch niet aan denken wat voor leven dat meisje verder heeft." Nee. Het kan eigenlijk alleen meevallen. Ik hoop het voor haar.

De aanleiding om het eens geheel op te schrijven ligt elders - in mijn af en toe opkomende behoefte het paard op te zoeken en een Dame In Nood - nou, te redden is een groot woord, maar bij te staan dan in ieder geval.

En daardoor speelde het verhaal door mijn hoofd, kreeg het de vorm die het nu aan het krijgen is en kwamen de gedachten op die ik nog niet gehad heb, en het is toch lang geleden zoals het filmpje met een dierbaar nummer uit die dagen laat zien.

Pas nu dringt tot mij door dat haar reactie niet de romantische basis gehad hoeft te hebben die ik koesterde. Ik geef toe, er is ervaring voor nodig om dit te beseffen, en vanuit dat perspectief heb ik nog nooit naar de situatie gekeken. De vonk die oversloeg was van het moment zelf en zij zal dat andere geweten hebben dat ik niet wist.
Zij besefte dat zij al in de val zat. Op een leeftijd waarop het echt niet zo hoort te zijn. Waarop je nog iemand zou moeten kunnen tegenkomen.
En ik ben haar niet komen redden. Waarschijnlijk was het nodig, maar het was niet mogelijk.

Ga in vrede, paard, alleen naar de einder. Ik heb je hinniken nooit gehoord, daar vanuit de verte.