21 mei, 2016

De hartepijn wegdansen

We hadden een hele tijd intensief over van alles gepraat in het café en toen luidde het klokje van gehoorzaamheid. Zij vond dat het nogal laat was en ik kon wel bij haar logeren. Misschien zou er een kat op mij springen maar dat zou ik toch niet erg vinden? Nee, ik zou het niet erg vinden maar ik herkende de situatie. De volgende dag was de dag voor Pinksteren, in die dagen nog volop gevierd als Luilak in de vroege ochtend. De galanterie van haar fiets de trap opdragen kon ik opbrengen en toen ik hem had neergezet keek zij mij met grote wat koortsachtig overkomende ogen aan en vroeg of ik echt niet bleef. De oorspronkelijke vorm van de uitnodiging permitteerde mij niet te zeggen dat ik van plan was trouw te blijven. De bank en de katten...
Maar de blik is mij bijgebleven. En - maar dat was aan de toekomst - het gevoel van futiliteit van het trouw zijn. Was ik het niet geweest, wie weet wat voor verhaal er dan zou zijn geweest.



Niet lang ervoor was ik naar het inwijdingsfeest van het huis van twee medestudenten van mijn geliefde ergens in de boerenbuiten geweest. Wij sliepen gescheiden en het werd mij te verstaan gegeven dat ik het niet moest wagen even bij haar te komen. Dan niet, het was toch een soort slaapzaal. Dat die lui zo ruim behuisd waren...
's Ochtends was geliefde vol medeleven met gastheer P. Die had buiten in een tent geslapen, want de gastvrouw, zijn gade, had het bed gedeeld met "haar vriendje". Geliefde vond het vooral zo treurig dat P. wakker was geworden doordat er een slak over zijn gezicht was gekropen. Waar was ik in 's hemelsnaam?

Er was een geheel andere aanleiding wat volgde te beschrijven onlangs, hier. Dus ik pak de draad van daarna op.
Zij was net bij mij aangekomen, we zouden een weekje naar Groningen Stad gaan, een soort vakantie tussendoor. En toen werd ik gebeld, er werd "revolutionaire solidariteit" van mij verwacht in verband met een of ander kraakpand waar ik het verder niet over ga hebben. Behalve dan dat de politie met traangas rondstrooide in de omgeving, dus ik liep als het ware tegen een muur van gas aan die mij op slag een neusbloeding bezorgde. Verder ben ik dan ook niet gekomen. 2 juli 1980.
Thuis ging ik moe en aangeslagen liggen. Zij voegde zich bij mij en had plotseling iets te vertellen.
Ze had met F. geslapen, en dat was heel leuk geweest.
O, F. Haar lesbische vriendin, die haar voor haar verjaardag kort ervoor een soort slavenband had gegeven die zij meteen om een enkel deed. F. en ik haatten elkaar al bij de eerste blik.
En ze had met P. geslapen, dat was ook heel leuk geweest.
Ik zweeg.

Maar P. zou niet verdwijnen. Eerst werd mij verzekerd dat ik er niets van zou merken, niemand kon tussen ons komen. Toen was P. "er ook". Vervolgens was P., met wie het allemaal heel onverwacht gekomen was, ze stonden er allebei van te kijken, en het was heel mooi en zuiver, "liefde" en ik "een warm gevoel".
Al met al, nu ik dit kort samengevat opschrijf, heeft het tien maanden geduurd tot ik per telefoon werd opgezegd. Of dit ook zo was gebeurd als ik niet eerlijk had laten weten intussen zowaar in bed te zijn beland bij mijn vroegere geliefde C. weet ik niet. Iffy history, het doet er ook niet toe.

*

Opgerakelde verhalen zullen er voor gezorgd hebben dat ik afgelopen nacht voor het eerst sinds lang weer eens een nachtmerrie over M. gehad heb. Ik was bij een samenzijn dat men wel als "feest" zal aanmerken, ook in de droomwerkelijkheid, en M. was er ook. Zij negeerde en ontliep mij. P. was er niet, maar ja, hij was "er" nu eenmaal "ook". Van het enorme gevoel van verlatenheid die bijna panisch was dat mij in de droom overviel sta ik nu eens te kijken. Al heb ik wel een idee hoe het gekatalyseerd is.

Staat er ergens geschreven dat men trouw dient te zijn? Aan één persoon? Toevallig wel.
U hebt gehoord dat gezegd is: U zult geen overspel plegen. Ik zeg u echter, dat een ieder die met begerige ogen naar een vrouw kijkt reeds in zijn hart overspel met haar bedreven heeft.

Matth. 5:27-28. Geldt het soms alleen voor mannen?
En al met al, nergens hoeft geschreven te staan dat men een geliefde het in ieder geval niet moet aandoen dat hij of zij op de tweede plaats staat inmiddels, en kandidaat is om verder weggeschoven te worden.

Opschrijven is beter worden. Ik wist niet dat er nog iets moest helen.
Ik ben benieuwd of het wat uitmaakt. Illusie?

Geen opmerkingen: