30 mei, 2016

De onzichtbare vrouw in "de beweging" en daarbuiten

David Graeber doet in een artikel in de bundel Revolution in reverse de opmerkelijke observatie dat vrouwen zich makkelijk onzichtbaar maken. Het werk dat zij verrichten is er ook vaak op gericht onzichtbaarheid te scheppen. Huishoudelijke dingen als schoonmaken, koken. Iemand, jong of oud, troosten.
Ik vond het jammer dat ik deze sterke waarneming nou juist van een man moest lezen. Al past dit dan weer wel bij die onzichtbaarheidsidee.

Zo'n tien jaar geleden was ik op een christen-anarchistisch treffen in Leeds. Drie vrouwen zorgden voor de bereiding van de maaltijden. Ik zei iets over het rolbevestigende hiervan, maar zij antwoordden resoluut: nee hoor, wij vinden koken leuk.
De afwas werd wel vooral door het manvolk gedaan.
Maar ja, de maaltijd, na de afwas is die ook de zichtbaarheid uit.

Gisteravond was ik in gesprek met een vrouwelijke kameraad, en ik sprak tegen haar mijn al zo lang bestaande verbazing uit dat vrouwen in de geschiedschrijving van allerhande linkse bewegingen van de afgelopen decennia uitmunten door onzichtbaarheid.
"Mannen houden er van sterke verhalen te vertellen, vrouwen 'doen' gewoon iets zonder het zelfs maar de moeite van het vermelden waard te vinden," meende zij. Of dit alles is zou ik niet durven zeggen, maar het past bij wat in de bovenstaande regels wordt uitgedrukt.

Geen opmerkingen: