27 april, 2016

Onder het portret van een trotskist

We hadden elkaar ontmoet in de keuken van de studentenflat - er waren twee blonde meisjes met rood aangelopen wangen, en ik vond het leuk om hun aandacht te geven en die terug te krijgen. Waar je het over hebt - geen idee, als je de opmerkelijke bezigheid "flirten" in zinnen vat, de reëel gezegde zinnen dan krijg je ongetwijfeld een hoop onzin. Ik was waarschijnlijk niet eens officieel vrijgezel toen zij er waren. Hun eigenlijke gastheer was afwezig. Dat was ook bij de volgende ontmoeting, toen ik het gezelschap een slaapplaats bood. Wat een van de twee lief noemde; zij stond zich al uit te kleden terwijl zij mijn naam vroeg. Ik gaf die, maar was door de omstandigheden te verlegen om de hare te vragen. Ik vond dat ik weg moest zijn op dat ogenblik.

Bij de volgende ontmoeting was het al aan nog voordat ik haar naam wist. Het deed er niet toe voor de wederzijdse interesse, hoe belangrijk het ook is. Ik was niet geheel vrij voor mijn gevoel maar had wel het idee dat ik "iemand" moest vinden om niet verstrikt te raken in een uitzichtloze verliefdheid. Die iemand was er dan, voor bijna drie jaar. Na de eerste nacht en dag met elkaar moest ik naar huis en ging zij naar een feest waar naar ik begreep een vriend van vroeger was. Toen zij enkele weken later bezorgdheid toonde dat zij over tijd was liet zij per brief weten dat als het "mis" was het waarschijnlijk niet eens van mij was ("het toppunt", voegde zij er aan toe). Ik vond het niet erg, zo was onze relatie, die pas relatie mocht heten toen zij er een eind aan maakte, begonnen. En zeer ouroborisch had zij dezelfde zorgen niet lang voor het einde, en ik was niet meer van plan haar bezorgdheid te delen. Ook toen was het tenslotte loos alarm. En was het waarschijnlijk niet eens van mij - wat ik nu wel in een uitdrukkelijk gebrek aan medeleven vertaalde. Nu ik het opschrijf besef ik dat mijn liefde niet meer onvoorwaardelijk was.

De voormalige vriend hing boven haar bed als foto. Het stoorde mij evenmin als de overweging die haar "het toppunt" deed schrijven. Liefde noemen we het, ik zal het woord toch maar gewoon schrijven, met dezelfde aarzeling als omtrent de rest van deze alinea's. Ex-vriend was trotskist en ik kreeg te horen dat hij het gelaten opnam dat hij verloren had van een anarchist. Er was toch geen wedstrijd geweest? Zijn portret bleef er hangen. Blijkbaar zijn er toch nog wat meer trotskisten (geweest) in Nederland dan ik gedacht heb, ik ben niemand met zijn voornaam, die ongenoemd zal blijven hier, tegengekomen in de Grote Blom & Van der Steen, het boek van het Nederlands trotskisme. Niet het portret stoorde mij, maar haar voornemen bij hem te gaan logeren bijna twee jaar later, op een ogenblik dat het niet goed ging tussen ons. Ik heb nogal duidelijk laten blijken dat ik het niet op prijs stelde dat zij ging, een beetje tot mijn eigen verbazing want ik had mij nooit negatief uitgelaten over haar contacten. Zij ging - en bracht mij een bliksembezoek op de terugweg, waarbij zij mij een orchidee gaf en zei dat zij het zo op prijs stelde dat ik tenminste niet zo mannelijk was. Een wonderlijk compliment evengoed, maar ik mocht het als een compliment zien.

Twee maanden verder, ik kom op bezoek, gewapend met een retourbiljet want ik was van plan het uit te maken. Iets wat zij niet wenste toe te laten, "ik ben zo bang je te verliezen". Ik was zwak, al ben ik nooit meer daar geweest, zij kwam nog wel naar mij toe daarna, zolang het duurde. Maar het portret praatte ik boos en zinloos van de muur. Het was een andere foto van dezelfde trotskist. Zij vond het zo'n mooie foto maar als ik het er moeilijk mee had zou zij hem verwijderen. Ik zou niet weten of dit gebeurd is.

En hier eindigt een min of meer therapeutisch geladen verhaal over wisselwerking tussen anarchisten en trotskisten dat ik niet aan het komende nummer van De AS toevertrouw - dit is al gevaarlijke gok genoeg.
Het persoonlijke is politiek, moeten we altijd maar zeggen. Tamám.

Geen opmerkingen: