10 april, 2012

De nauwkeurige afbeelding van een spook

Een wonderlijke opmerking in Wittgensteins Over kleur:
Verscheen mij in de nacht een spook, dan zou het met een witachtige schijn licht kunnen geven; zag het er echter grijs uit, dan moest het licht ergens anders vandaan schijnen te komen. (..) Men zou kunnen zeggen dat de kleur van het spook die is welke ik op het palet moet mengen om het nauwkeurig te schilderen. Hoe bepaalt men echter wat de nauwkeurige afbeelding is?

Wat is de nauwkeurige afbeelding van een spook?
Er verschijnt een gestalte in de nacht - is deze gestalte vanzelfsprekend een spook? Ik zou ten hoogste van een spooksel spreken, omdat het woord "spook" een eigen afgezonderde betekenis wordt toegekend: fysieke aandoende verschijning van een overledene. Is iedere verschijning een spook? "Spooksel" is een aanduiding voor wat/wie niet herkend wordt - bijvoorbeeld een ontmoeting als ik hier beschreven heb.

Een afbeelding is altijd een representatie en het begrip nauwkeurig is betrekkelijk. Waar is een korenveld "nauwkeurig" afgebeeld, hier of hier?

Is het spook lichtgevend (zoiets als een zwart-wit-televisietoestel licht uitstraalt?) en is dit wit licht of grijs (dat "ergens anders vandaankomt" - niet uit het spook zelf dus?). De man op het Ierse eiland van de ontmoeting gaf geen licht, althans - misschien stralen mensen wel licht uit maar dit wordt niet vermeld.
Juist spreken over spoken is in de eerste plaats een taalspel en ik vind het verrassend dat Wittgenstein het hier bij laat - waar komt dit spook even vandaan, waar is het heengegaan?

Geen opmerkingen: