02 januari, 2011

Socialisme als georganiseerde compassie


Billy Bragg is wel van mijn generatie maar niet van mijn jaargang - er zit net teveel tussen. Merkwaardig dit te concluderen. Het was noch popmuziek noch een ideologische bevlogenheid die mijn politieke keuzen bepaald hebben. De popmuziek is de bijbehorende soundtrack, zeker. Wat hij de ideologie noemt is de gedachte die na de daad kwam of komt.
Eerst was er de actieve betrokkenheid, in mijn geval ten aanzien van Biafra. De moorddadige oorlog om de oliegebieden in het koloniale bouwsel Nigeria speelde zich af in de slagschaduw van Vietnam. Er sneuvelden ook geen Noordamerikaanse soldaten. Er werden zwarte mensen uitgehongerd, moedwillig - a quick kill zo wilde de Old Labourregering van Harold Wilson het hebben. "Gowonlijken zaak" zei het spandoek van wat Rotterdamse scholieren het - de slachting van zwarte mensen is gewoon, het was een woordspel met grote diepte (mede op het hoofd van de Nigeriaanse junta, Gowon). In tegenstelling tot Bragg heb ik dan ook nooit iets met Old Labour gehad, inderdaad, de Liberalen hadden het enige fatsoenlijke standpunt in Groot-Brittannië destijds.

Over Biafra kon de welwillende linkse goegemeente - mensen als Anton Constandse en de buitengewoon onsmakelijke Hugo Brandt Corstius, toen nog verscholen achter de naam Piet Grijs - leuk wegwuivend doen: zielige zwarte kindertjes doen het goed op televisie, maar het hoge belang bestaat uit Een Nigeria. En Vietnam, dat was pas erg.
Ik werd al in die dagen voor cynisch uitgemaakt, maar naar de normen van Bragg in het artikel waarnaar ik verwijs klopt het: ik was sceptisch en ben het nog. Zeker niet cynisch.
Ik ben er niet bij als bard van de revolutie, maar ik volg het zo goed mogelijk dezer dagen. De perceptie de afgelopen maand veranderd maar niet per se vervormd door langdrurige griep: "er komt iets". De huidige studentengeneratie in Engeland, Ierland, Italië, Griekenland, Oostenrijk, Frankrijk (en ....?) zet iets in gang, haar bevlogenheid werkt aanstekelijk en juist de nauwelijks ingehouden haat en minachting van "mijn" generatiegenoten in de media (maar niet alleen van hen, maar van "de media" in het algemeen) bevestigt het beeld: onideologisch beladen streven naar rechtvaardigheid is gevaarlijk. En daarvoor gaan de scholieren en studenten de straat op en brengen ze hun feestdagen door in bezette gebouwen.
Moeizaam en schoorvoetend, ontwakend uit een lange winterslaap, sluiten vakbeweging en "links" zich er bij aan.

Waar ik Billy Bragg op zou willen wijzen: ik was niet anders. En ik ben echt niet de enige van mijn generatie of jaargangen.
Marx en Marcuse kwamen erna - niet lang erna, maar wel "erna". Zij en vele anderen boden en bieden de verklaring waarom de wereld niet zo rechtvaardig in elkaar steekt als je wilt.
Maar het streven naar rechtvaardigheid stond en staat voorop.
En omdat we hier toch zijn: ja ook de bergrede en andere godsdienstige geschriften kunnen een verklaring geven, of zijn een vermaning tot rechtvaardigheid.

En het doet er niet zo toe hoe je de postrevolutionaire samenleving wilt noemen. Socialisme als georganiseerde compassie vind ik een mooie omschrijving. De lering van Jezus van Nazareth komt daar ook op neer.
Maar als de termen christendom en socialisme onder de last van de afgelopen eeuwen gebukt gaan, we kunnen wel zonder wellicht. Maar niet zonder de rechtvaardigheid.

Dit is een eerste poging wat gedachten op te schrijven over het thema Revolutie-2011 - erop of eronder. Ik betreed het terrein wat wankel na de griep.
Wordt vervolgd.


Something's coming, Yes

Geen opmerkingen: