20 januari, 2008

Sprak het kauwtje: nimmermeer


Mijn vroegste herinnering aan Egmond zijn de verblijfperiodes, zeker twee zomers, waar mijn vader in ieder geval bij was, en naar verluidt mijn heeroom op de fiets was langsgekomen uit Zierikzee, als ik het wel heb - mijn herinnering is vaag, behalve wat geuren en kleuren weet ik dat ik tot twee keer toe met de knobbel tegenover de enkel (hoe heet dit lichaamsdeel eigenlijk?) tussen de spaken van mijn vaders fiets kwam, in de snelle afdaling van een van de duinen op weg naar het strand. Pijn!

De tweede periode had een oom een eigen vakantiehuisje gekocht op een van de terreinen, wat mijn moeder ertoe bracht ook naar een huisje uit te kijken, vanwege de herinnering aan haar man, mijn vader. Het lukte.
Na een paar jaar plezier kwam er een zeurbrief van de beheerder van het terrein over het verplichte onderhoud van het gazon. Er was alleen een heggeschaar om het gras bij te houden, ik kan mij nu alsnog afvragen waarom een grasmaaier er niet van afkon.
Mijn moeder had het jaar er voor maanden met hernia in het ziekenhuis doorgebracht, en zij vertrouwde haar kinderen niet met de heggeschaar. Dus werd het verkocht.
Voor de rest van mijn leven zal ik de opwiekende leeuwerik boven mijn hoofd horen zingen terwijl ik mijn ogen dichtheb om niet zichtbaar te hoeven huilen, terwijl ik lig op een stretcher en binnen de koop beklonken wordt.

En nu is aan de derde periode een einde gekomen. Zeven jaar heb ik zelf een huis gehad, groter dan wat we elk afzonderlijk hebben, het enige huis met een aparte zit- en slaapkamer en een vertrek dat als werkkamer aangemerkt kon worden. Lezen en schrijven in de internetvrije zone van mijn datsja is er niet meer bij.
De beheerster is in de eerste hete dagen van 2006 overleden en de nabestaanden hebben besloten het terrein aan de bewoners te verkopen. Voor de grond is hypotheek nodig. Die zouden wij eerst wel krijgen, en vervolgens niet. De bank vond het een risico. Inderdaad, van een wijkplaats en een genoegen zou het huisje dankzij die grond een molensteen of een vastgebonden albatros worden met veel te hoge vaste lasten.

Kan ik de overvliegende vlucht kauwtjes in geld uitdrukken? De kwikstaart die denkt dat hij een kolibri is? Het winterkoninkje dat in de ligusterheg woont? De ligusterpijlstaarten, de atalanta's, de hommels? De dwergvleermuizen in de avondschemering? Het koor van kikkers in de vroege zomeravond? De maan boven de nollen aan de zuidelijke hemel? De duisternis 's avonds en 's nachts aan de westelijke hemel? En wat ik verder kan opsommen, wat langsflitste in de sleutelslaapjes die ik 's middags dankzij mijn merkwaardige ziekte heb - een levenswijze die bij de afgelopen jaren hoorde?

Het is verkocht. Geen molensteen meer maar ook al het andere niet. Of deze derde Egmondse periode mijn laatste is - ik wil er niet eens aan denken.

Geen opmerkingen: