08 maart, 2016

De Aba-vrouwenoorlog

De "rellen" of de oorlog, geleid door vrouwen in de provincies Calabar en Owerri in Zuidoost-Nigeria (later: Biafra) in november en december 1929, is bekend geworden als de "Aba-vrouwenrellen van 1929" in de Britse koloniale geschiedenis, of als de Vrouwenoorlog in de geschiedenis van de Igbo. Duizend Igbovrouwen organiseerden een fors offensief tegen het beleid van de Britse koloniale bestuurders in Zuidoost-Nigeria, waarmee de ernstigste uitdaging van het Britse bestuur in de geschiedenis van de kolonie uitbrak. Het duurde maanden voor de regering de Vrouwenoorlog onderdrukt had en het is een historisch voorbeeld van feministisch en antikoloniaal protest geworden.

De kiem voor de opstand werd gelegd op 1 januari 1914, toen de eerste koloniale gouverneur van Nigeria, Lord Lugard, het systeem van indirect bestuur invoerde in Zuid-Nigeria. Onder dit plan zouden de Britse bestuurders ter plaatse heersen via "aangestelde hoofden", in feite Igbo-mannen die door de gouverneur benoemd werden. Van oudsher werden Igbo hoofden gekozen.

Al binnen enkele jaren werden de benoemde aanstellingshoofden steeds onderdrukkender. Zij namen bezit van eigendommen, legden draconische plaatselijke regels op en begonnen iedereen die hen openlijk kritiseerde op te sluiten. Hoewel veel van de woede gericht was tegen de aanstellingshoofden wisten de meeste Nigerianen wat de bron was van hun macht, de Britse koloniale bestuurders. Koloniale bestuurders verhoogden de oplopende woede ter plaatse toen zij plannen aankondigden om speciale belasting op te leggen aan de marktvrouwen van de Igbo. Deze vrouwen waren verantwoordelijk voor de voedselvoorziening van de groeiende stadsbevolking van Calabar, Owerri en andere Nigeriaanse steden. Zij vreesden dat de belastingen veel van de marktvrouwen het hadndeldrijven onmogelijk zouden maken en dat de voorziening in voedsel en onbederfelijke goederen voor de bevolking in gevaar zou worden gebracht.

In november 1929 kwamen duizenden Igbovrouwen samen bij de Inlander-bestuurscentra in Calabar en Owerri en in kleinere steden om tegen zowel de aanstellingshoofden als de belastingen op marktvrouwen te protesteren. Met gebruikmaking van de traditionele praktijk van het beoordelen van mannen door hen belachelijk te maken in zang en dans gedurende de hele nacht (vaak genoemd: "op een man zitten"), zongen en dansten de vrouwen en op sommige plaatsen dwongen zij aanstellingshoofden hun positie op te geven. De vrouwen vielen ook winkels van Europeanen en de Barclays Bank aan en braken binnen in gevangenissen om gevangenen te bevrijden. Zij vielen ook Inlandse Gerechtshoven aan die door koloniale ambtenaren werden gedreven, waarbij er vele tot op de grond afbrandden. De koloniale politie en het leger werden te hulp geroepen. Zij schoten op de menigten, verzameld in Calabar en Owerri, in, waarbij meer dan vijftig vrouwen werden gedood en meer dan vijftig anderen gewond. Tijdens de twee maanden durende "oorlog" waren ten minste vijfentwintigduizend Igbovrouwen betrokken bij de protesten tegen Britse bestuursambtenaren.

De Aba-vrouwenoorlog dwong de koloniale autoriteiten hun plannen tot het opleggen van belastingen op te geven. Ook werd de macht van de aanstellingshoofden beperkt. De vrouwenopstand wordt beschouwd als de eerste belangrijke uitdaging aan het Britse gezag in Nigeria en West-Afrika in het koloniale tijdperk.

Bron, vertaald ter gelegenheid van acht maart...

Geen opmerkingen: