26 mei, 2013

Buber en het onbewuste

Is het niet axiomatisch dat het onbewuste niet gekend kan worden? Als het tussen het lichamelijke (fysieke) en het psychische een aparte categorie is, zoals Buber stelt, kan het niet gekend worden. Misschien klopt het dus wat Sherre Arden ooit tegen mij zei over de dieptepsychologie volgens de school van Jung: het is literatuur, poëzie desnoods, mooi, maar wetenschap kan het niet zijn. Toch is de idee van het collectief onbewuste, dat als het gekend wordt dus niet onbewust kan zijn, behulpzaam voor het benaderen van het ideaal van het anarchisme, zoals ook mijn makker Paul Cudenec beklemtoont.

Buber is er niet meer aan toegekomen zijn gedachten over het onbewuste te ordenen tot een boek. Wat ik uit zijn notities niet begrijp is de verwijzing naar kosmische puberteit. Ik geloof niet dat het enkele dat ik hierover op het web gevonden heb iets te maken heeft met wat hij kan bedoelen, maar dit laatste is een mysterie.
Hij noemt ook Bohr's complementariteit in dit verband. Dit is wel te bevatten (al is dit eigenlijk een ongepaste uitdrukking):
Complementariteit: golfeigenschappen en deeltjeseigenschappen vullen elkaar aan, maar kunnen nooit tegelijkertijd waargenomen worden
zoals hier in een interview te lezen.

Geen opmerkingen: