27 september, 2011

Waterstaatkundige observaties - 3


Een interview met Cordula Rooijendijk, die met Waterwolven een onderhoudend en leerzaam verhaal over polderend Nederland heeft geschreven. Er blijft niet veel over van het beeld van eendrachtig en krachtig de schouders er onder en de zee bestrijden. De spreekwoordelijke Nederlandse gierigheid en lethargie zijn veel belangrijker en meestal wordt er pas opgetreden als het te laat is. En dat punt kan weer komen, bijna zestig jaar na de grote watersnoodramp.
Katholiek Nederland is logischerwijze vooral gespitst op de opmerkelijke rol van de cisterciënsers, de schiere monniken, grondleggers van de inpoldering. Rooijendijk maakt van het inpolderingsverhaal een relaas van enkele mannen die vaak tegen lakse machten moeten opboksen om hun idee van de strijd tegen het water te laten prevaleren. Het Haarlemmermeer kon er nog twee eeuwen door aan het land vreten, en nog was de stad Leiden eigenlijk tegen.
Hoe het Haarlemmermeer de Haarlemmermeer werd (al werd dit lidwoord blijkbaar ook voor de inpoldering gebruikt) en na de drooglegging blijkbaar als een wild rovershol gold - hoe is dit gegaan en hoe is dit gelopen naar de huidige situatie? Een vraag die wordt opgeroepen door het boek.

- Cordula Rooijendijk, Waterwolven – Een geschiedenis van stormvloeden, dijkenbouwers en droogmakers. Amsterdam/Antwerpen: Atlas.

Geen opmerkingen: