28 mei, 2007

Onheilige geest op bezoek


Is het dek te warm of te koud met de afgekoelde buitenlucht zo dichtbij? Waarschijnlijk is het net te warm, en ik lig een flink deel van de nacht wakker, af en aan. Tegen het ogenblik waarop de wekker af zal lopen tast ik de middengolf af op de radio. Die zit aardig vol. In de droom is het zaterdagmiddag iets na drieën. Ik blijf hangen bij een station met vlotte, jazzy muziek, bijna op dansritme. Hee, de platen worden afgekondigd door Peter B. Hij zegt dat dit RVZ is. Hoe kan dat nu? Middengolf? En wat doet Peter B. daar terwijl ik er niet bij ben?
Om vijf uur is het programma afgelopen en – ik weet mij te ergeren aan de onprofessionaliteit van deze gang van zaken – het station gaat op dead air zonder enige uitleg. Naar blijkt tot 22 uur. Dan komt programmaleider T. (ook zoiets – maar de droomlogica gaf hem wel ongeveer de juiste tijd). Ik bel hem op om te vragen hoe dit alles zit, en waarom dat gat er is tussen vijf en tien. “Daar hebben we geen mensen voor,” antwoordt hij. “Hadden jullie mij niet kunnen bellen?” “Wat heb jij te bieden?” Hier was het genoeg. Ik word met een treurig gevoel wakker.
Het gevoel van in de steek gelaten te zijn heeft wel een basis in een realiteit. Maar al met al gaat het dan om (bijna) twintig jaar geleden. Waarom met Pinksteren? (Nu ik mij dit tikkende afvraag schiet mij te binnen dat Ze mij toen in 1991 ’s ochtends zijn komen halen op de ochtend na Pinksteren, om half vijf, vanwege Radio 100. Speelde dit onbewust mee?)

Ruim drieëneenhalf jaar heb ik van twaalf tot pakweg negen dagelijks geluisterd, voorzover ik zelf geen programma maakte. Lang niet altijd tot mijn genoegen, moet ik er bij zeggen, maar vooral om te horen of alles goed ging. Of Ze niet kwamen. Let wel, aandachtig naar de radio luisteren, urenlang, is werk dat andere werkzaamheden uitsluit. Een keer kwamen Ze, op een donderdag, Ze stapten zelfs nog de lift in waar ik uitgestapt was zodat ik voor Ze de deur zal hebben opengehouden zonder het te weten – het station zweeg even daarna, maar de huismeester weigerde een deur te laten forceren en dat was dat. Voor drie jaar. Ze kwamen definitief op 11 mei 1987, omstreeks 19.15u. Op dat ogenblik reed ik net Londen binnen, om plaatjes te scoren, die nooit op RVZ gedraaid zouden worden. Al het monitoren, de al dan niet uitgesproken ergernissen over mensen die het format aan hun laars lapten of verder stoethaspelden, opgelost in de dode lucht.

Waar heeft hij het over?
Over het vluchtige medium radio, een passie – dit woord is alleszins op zijn plaats – sinds mijn vroegste jaren. Hoe vluchtig het is kan al uit het bovenstaande gedistilleerd worden. Misschien moet het verhaal nou toch eens opgeschreven worden.

Nou vooruit, de cauda over in de steek gelaten zijn. Dezer dagen merkte ik dat er mensen zijn die bidden of hopen terwille van mij, naar aanleiding van wat ik over mijzelf geschreven heb op dit log, eerder de afgelopen weken.
De voornaamste reden waarom ik deze persoonlijke ontboezemingen heb gedaan was om een verklaring te bieden bij voorbaat, mocht ik door deze omstandigheden minder vaak “op de antenne” zijn. Het log is opgezet ter vervanging van gesproken woord op de radio. Op de radio ben ik nog wel eens (te) persoonlijk geweest – het schaamrood stijgt mij naar de kaken: de Everly Brothers draaien met It’s been a long dry spell en dan na afloop zeggen: “inderdaad,” pardon hoor alsnog – hier blijft het staan en dus gelden andere overwegingen. Ik zit hier niet voor mijn eigen welzijnsbulletins, denk ik.

Maar goed: voor de bezorgden – dank, de medicijnen hebben allerlei uitwerkingen behalve de beoogde, wat er op zou kunnen wijzen dat het dan toch weer niet mg is al lijkt veel daar wel op te wijzen. Maar omdat ik inmiddels niet meer drie dagen per week in de poli doorbreng weet ik pas over enkele weken meer.

(De illustratie is voor T., van wie ik de gedroomde lompheid in het echt niet verwacht).

Geen opmerkingen: