06 juni, 2017

Portfolio: Eli Heimans: wie werkte met liefde blijft leven



Eli Heimans is in de nacht van 21 op 22 juli 1914, in een hotelkamer tijdens excursie in de Eifel, overleden – hij is slechts 53 geworden. Omdat het honderd jaar geleden is, is 2014 uitgeroepen tot Heimansjaar. Er is een grote kans dat u dit ontgaan is. Niet eens alleen omdat hij 'in de schaduw van Jac. P. Thijsse' verkeert, de naam die als het ware in een adem met de zijne genoemd wordt. Thijsse is minder vergeten dan Heimans, maar of deze naam nu actief gekoesterd wordt in een nationaal collectief historisch geheugen betwijfel ik eigenlijk.

De Heimans & Thijssestichting heeft ter gelegenheid van het Heimansjaar een mooi rijk geïllustreerd – zoals het hoort – boekje uitgegeven, geschreven door Marga Coesèl, die in geschrifte hoofdzakelijk het erfdeel van beide heren uitdraagt. U kunt hier zien of u het wilt bestellen. Heimans heeft genoeg werken die alleen op zijn naam staan geschreven, waaronder twee jeugdboeken, wandelgidsen voor de schooljeugd en een boek over de streek die zijn speciale voorliefde had, het Krijtland in Zuid-Limburg. Hier, in Epen, is de Heimansgroeve naar hem genoemd, het natuurmonument Het Bovenste Bos, sinds 1961.

In 1893 maakt hij kennis met collega-onderwijzer en “natuursporter” (een woord dat hij zelf geïntroduceerd heeft) Thijsse, blijkbaar doordat zij dicht bij elkaar woonden. Er volgde, mede door de inzet van de directeur van dierentuin Artis, Coenraad Kerbert, een samenwerking op het gebied van beschrijving van inheemse flora en fauna. Het resulteerde in de vermaarde reeks Van vlinders, bloemen en vogels (1894), In sloot en plas (1895), Door het rietland (1896), Hei en dennen (1897), In de duinen (1899) en In het bosch (1901). Los hiervan, want toegespitst op een enkel gebied, en tot voor kort moeilijk vindbaar is hun boek over het Amsterdamse Vondelpark, dat inmiddels heruitgegeven is, maar (helaas, moet ik toch zeggen) alleen gedigitaliseerd. Zijn eerste wandelboekjes waren geïnspireerd op het Sarphatipark, een naar verhouding nogal klein park dat een groot stadsgebied bedient. Hier is inmiddels een pad naar hem vernoemd. Ook Hei en dennen is online te lezen en wordt gerubriceerd als jeugdliteratuur. Dat is zeker na ruim een eeuw nogal te relativeren. De boekjes waren bedoeld voor het natuuronderwijs op school maar de inhoud gaat dit doel te boven. Ze werden in brede kring enthousiast ontvangen.

Heimans en Thijsse waren onderwijzers. Universitaire studie was in die tijden niet weggelegd voor de mindere standen. Als onderwijzer koesterden zij het idee om er met de klas op uit te gaan en stadse bleekneusjes de roep van de koekoek, de leeuwerik, de tortel of de nachtegaal te doen horen. Het doen kennismaken met de natuur werd als veredelend voor de ziel gezien, een verrijking van het leven. Over dit streven, dat nauw verweven is met de arbeidersbeweging in brede zin, wordt juist in Nederlandse historische kringen nu wegwerpend gedaan in termen als 'beschavingsoffensief'. Hierover een andere keer.

Vooral aan Heimans dankt Nederland het tijdschrift voor natuursport, De Levende Natuur, in 1896 opgericht door Heimans, Thijsse en collega-onderwijzer Jaspers Jr. Voorts was hij betrokken bij de oprichting van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten (1905), die weer voortkwam uit de eerder opgerichte Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging (1901), aangevuld en ondersteund door vertegenwoordigers van de hogere standen. Of het in die kringen zeker virulente antisemitisme een rol speelde bij het feit dat hij niet in het bestuur gekozen werd zullen we niet kunnen achterhalen.

Gegeven zijn inzet voor onderwijsvernieuwing, verbetering van de positie van onderwijzend personeel en bij de popularisering van veldbiologie en natuurbescherming zou hij een eigen lemma moeten hebben bij BWSA. Ik stel met verbazing vast dat dit er (nog) niet is.

Geen opmerkingen: