03 juli, 2011

Uit coma


Sommige, wat zeg ik, veel boeken vallen pas op als ze bij De Slegte zijn terechtgekomen. Uit coma van Alison Korthals Altes is mij ontgaan toen het als nieuw van Ten Have in de winkels moet hebben gelegen. Dan was het nog een herdruk van een eerdere uitgave van Mirananda, een uitgeverij waarvan ik de boeken minder serieus zal nemen dan van Ten Have.

De ondertitel van het boek luidt: Verslag van een bijna-doodervaring. De schrijfster raakt zwaargewond bij een aanrijding met een vrachtwagen en verkeert wekenlang in levensgevaar. Wat zij beschrijft is aan- en invoelbaar en roept opgolvend en wegebbend bewustzijn op, een toestand die mij vaag herkenbaar voorkomt uit die heel enkele keer van gecombineerd drank- en drugsmisbruik. Maar die toestand is niet comateus, evenmin als het bijkomen uit narcose. Die laatste droomrijke ogenblikken zouden samenhangende verhalen kunnen opleveren als de droomtoestand samenhangend zou zijn. Wat met dromen nu eenmaal zelden het geval is.

Hier komen de vragen op die Korthals Altes niet beantwoordt. De samenhang in haar droomstaat wordt door het schrijven aangebracht. Dat tijdsbesef wegvalt bij een coma kan ik mij voorstellen. Maar kun je daadwerkelijk je droomtoestanden reconstrueren achteraf? Het wordt altijd een verhaal, en dat is het ook. Zoals ik al schreef, een beschrijving van een getijwisseling waarin af en toe een flardje reëel waargenomen toestanden vertaald wordt in een droomverhaal. Daarin komen nogal wat koningen en verliefdheden en, opmerkelijk, ook een verkrachting voor.
Wat Korthals Altes beschrijft komt bij nader inzien wellicht het meest overeen met de irrealiteit die je ondervindt als je bij een boek, achter het scherm of wellicht bij de televisie in slaap valt. Het gelezene/gezien&gehoorde wordt voortgezet in een verhaal dat aan lijkt te sluiten en dat er niet blijkt te zijn zodra het minuscule ogenblik van dromen voorbij is. De droomtoestand van Korthals Altes duurt langer, maar hoeveel langer? Die droomflardjes – ik heb ze zelf opvallend vaak sinds mijn laatste operatie – zijn tijdloos. Ik geloof niet dat droomoptekenaars als Van Eeden en Ortt deze droompjes hebben geboekstaafd. Zij dommelden natuurlijk nooit in bij een boek...

Maar het wegvallen van de tijdsdimensie maakt het verhaal van Korthals Altes wel tot verhaal, maar beperkt de betrouwbaarheid van dit verhaal als verslag. Het is een reconstructie achteraf, uiteraard. We kunnen er uit concluderen dat het bewustzijn in een coma niet weg is en dat er ook perceptie is. Dit al zal altijd de zwakke plek blijven bij alle beschrijvingen van bijna-doodervaringen, vermoed ik: wat een heel lange “reis” en “ontmoeting” lijkt te zijn kan buiten de droomtijd misschien maar enkele klokseconden duren. Zijn dit ook echt seconden tijdens de “dood”?

Opmerkelijk, en een reden terughoudend te zijn ten aanzien van zoiets als "helpen bij zelfmoord”, is dat de “verzekeringsmaatschappijen” er op aandrongen de stekker er maar uit te trekken bij mevrouw omdat het toch uitzichtloos was. De mens als kostenpost.

De reden waarom ik benieuwd was naar dit verslag is de comateuze toestand van mijn moeder, plotseling, als gevolg van broddelend medisch handelen of niet-handelen, en de vraag om toestemming de behandeling geheel te staken (waartoe men al besloten had en waarvoor men onze toestemming vroeg en die wij hebben gegeven – iets waarvan ik achteraf de wijsheid weer kan betwijfelen). Er zijn heel veel beslissingen nooit geheel definitief, maar als het om leven of dood gaat is alles definitief. En wat er in “deze kritieke medische situatie” is omgegaan in haar bewustzijn (naar het voorwoord van Pim van Lommel) zullen we niet vernemen.

Geen opmerkingen: