26 april, 2017

Verbrande turf - de 12"-mix

Dit is het slot van een persoonlijk drieluik, het actueelste deel, de aanleiding kunt u bedenken maar het hoeft niet.

Eigenlijk tot het toch nog onverwachte einde had ik het gevoel: wanneer begint het eigenlijk, dat redacteurschap? Nee, niet van Krapuul - Krapuul vraagt ongeveer de inzet van een dagblad, dat wel een verschijnings- en sluitingstijd heeft, maar waar je zelf, inmiddels mede-hoofdredacteur of niet, steeds "Kopij! kopij!" moet roepen. Of zelf verzorgen. Geen tijd, geen gelegenheid voor zulke vragen - het is een kwestie van doen. Maar bij De AS? - een instituut zoals de collega's in het redactielokaal van Krapuul zeggen? Een tijdschrift dat steeds een thema moet hebben, waar bijbehorende kopij bij gezocht moet worden. Of om tamelijk precies te zijn: waar redactieleden maar iets bij moeten schrijven, vaak, te vaak. Ik weet nog steeds niet zeker of er zoiets als een derde feministische golf aan de gang is of voor de poorten staat, maar er zou een nieuw themanummer feminisme komen, vonden sommige leden van de redactie. "Maar daar hebben we al aandacht aan besteed, in 1974." Als ik het zo opschrijf heeft het iets vertederends zelfs, die onthechtheid aan de actualiteit. Veertig jaar geleden, kunnen we achteraf zeggen, was die tweede golf aan het wegebben, in ieder geval in Nederland, maar je kunt toch moeilijk naar een nummer van je tijdschrift over die tweede golf verwijzen als iemand vraagt wat je over de derde golf schrijft. Dus dat nummer zou er komen, en ik zou mede de samenstelling op mij nemen. Want waarom zou dat een taak zijn voor de schaarse vrouwelijke redactieleden?

Zondag 26 februari vertrok ik naar de redactievergadering van het tijdschrift waarvan de naam een acroniem is voor Anarcho-Socialist. Bijna rechtstreeks uit het virtuele redactielokaal van Krapuul, waar de waakzaamheid tegen de normalisering van het fascisme dagelijkse, uurlijkse (nee, dat is geen erkend woord) kost is, naar een vergadering waar, naar ik achteraf vaststelde, Trump noch de mogelijkheid dat de Wildersclub de grootste partij in de Tweede Kamer wordt zelfs maar genoemd werd. Wat eigenlijk wel?
Voor de betrekkelijk nieuwe eindredactrice aanleiding de onthechting aan actualiteit en praxis op de valreep ter sprake te brengen. Toen ik haar bijviel mocht ik ervaren wat het equivalent in deze kringen is van wat bij de CPN de strontkar heette. Die je over je heen zou krijgen als je het waagde kritiek te hebben (en dat je er uitvloog sprak vanzelf). Dit was de kern van wat ik te zeggen had (mijn idee voor nr.200 is naar de beste gluiperigheid, die men kan verwachten, overgenomen):

De AS hoeft geen actieblad te zijn en mag, nee moet juist een in hoge mate op theorie afgestemd blad zijn. Maar hoe los van de werkelijkheid in de grote boze buitenwereld kun je zijn? Ik ben er zelf niet over begonnen, indirect tot slot misschien, maar zondag 26 februari stapte ik uit het Krapuul-redactielokaal naar het overeenkomstige lokaal van De AS uit de realiteit van een door fascisten geregeerde VS en de dreiging van een PVV-collaborateursregering (en die is levensgroot) in een omgeving waar dit in het geheel niet aan de orde was, niet eens besproken is. Is anarchisme iets om als een liberal te bekijken, als opmerkelijk fenomeen? Het is niet mijn anarchisme.

Aanleiding tot een moeilijk anders dan hysterisch te noemen reactie van uitgerekend een redactielid van wie de bijdragen van de afgelopen twintig jaar waarschijnlijk aan twee handen zijn te tellen. En, zoals het anarchisten betaamt, solidariteit kent men niet, zeker niet als de gesmade ander het mikpunt is van iemand die in het warme, piepkleine circuitje rondzwalkt (Ferdinand Domela Nieuwenhuisfonds - daar hoeft men blijkbaar geen geheelonthouder voor te zijn om er deel van uit te maken).

En daar zit ik dan, toch nog onverwacht, al was de onthechting wel eerder begonnen. Zesentwintig jaar is niet niets, nietwaar, en tegelijk blijft het gevoel: wanneer begint het? Hoor ik hier bij? De themanummers over Christen-anarchisme, Dierenbevrijding (ruim vier jaar voor de oprichting van de partij waar ik dan toch maar lid van ben), Globalisering, Afrika tot en met de verhouding tussen Marxisten en anarchisten nu (ik kan niet alles bedenken op dit ogenblik), waar ik voor (mede) getekend heb. Feminisme 3.0 zal ik niet meer (mee) doen. De mooiste herinneringen heb ik aan mijn bijdragen aan het Jaarboek Anarchisme, dat niet gebonden was aan het keurslijf van buitentijdelijke thema's. Ontdekkingstochten naar natuursportende anarchisten, een verkenning van het huidige katholiek-geïnspireerde anarchisme in de VS (voordat ik daar zelf tamelijk actief bij werd, de Sacred Peace Walk met name), portretten van over het hoofd geziene anarchisten als Ellul, Berdjajew en Lou Lichtveld, de Praktisch-Idealisten Associatie... Toen het Jaarboek zonder plichtplegingen werd opgeheven luidde eigenlijk al de klok voor mij.
De meeste van de essays in de linkerbalk zijn hetzij voor het Jaarboek hetzij voor De AS geschreven. Het is niet onopgemerkt gebleven. Inclusief de serie Dubbele boterham met kaas, waarover ik nog met mijzelf moet afspreken hoe ik hem voortzet...

De vraag is: is er in Nederland, of het Nederlandse taalgebied, ruimte voor en behoefte aan een anarchistisch tijdschrift dat theorie en praxis verbindt? Ik zou hopen van wel, denkend aan het vooroorlogse Bevrijding en het al helemaal niet sektarische naoorlogse Buiten de perken, waarvan een redacteur nog wel aan De AS verbonden is (een van de sympathieke redactieleden). De gretigheid waarmee, naar ik gemerkt heb, losse nummers uit zo'n boekenruilkast werden meegenomen, is veelzeggend.
Maar goed, de tijd zal het leren. De Eigenlijke Redactie denkt het voor gezien te houden, overlopend van dédain als men is voor "jongeren". Gezapige burgerheren die anarchisme aardig vinden om over te schrijven maar verder met interesse kennis nemen van opinies in de NRC. Tenslotte is de door mij nou juist niet, maar door de Eigenlijke Redactie wel op handen gedragen, Anton Constandse ook ooit anarchist en redacteur van het Algemeen Handelsblad geweest.
Een van die laatste niet-geachte jongeren is de aanleiding tot dit drieluik. Mocht u het niet begrepen hebben, dan weet u het nu alsnog en kunt u mijn gemengde gevoelens peilen.

En nu weer voorwaarts! Kopij! kopij! want het persoonlijke mag dan politiek zijn, het moet ook niet te gek worden.

Geen opmerkingen: